Naamgeving (Etymologie): De Nederlandse naam is vanwege de boterkleurige bloemblaadjes. Ranunculus is het verkleinwoord van het Latijnse rana (kikker). Ranonkels groeien vaak in of langs het water en in vochtige weiden, de plek waar veel kikkers voor komen. Repens betekent kruipend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De opstijgende bloeistengels zijn gegroefd (een verschil met scherpe boterbloem) en meestal kaal. Met kruipende, bovengrondse, bebladerde uitlopers, die wortelen op de knopen en daar nieuwe rozetten vormen. De plant is licht giftig.
Bladeren: De verspreidstaande bladeren varieren van dof lichtgroen tot glanzend donkergroen, soms met een zwarte tekening. De rozetbladen zijn lang gesteeld, driehoekig en drietallig. Het middelste topblaadje steeds met een lange steel (een verschil met scherpe boterbloem).
Bloemen: Tweeslachtig. De vijftallige, gele bloemen zijn 2-3 cm. De lichtbehaarde kelk (met vijf kelkbladen) staat rechtop en de bloembodem is eveneens behaard. Er zijn veel meeldraden en vruchtbeginsels.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. Het vruchthoofdje is bolvormig. Gladde vruchtjes met een zwak gekromde, bijna rechte snavel, die alleen aan de top iets is gebogen. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde, open tot grazige plaatsen (pionier) op vochtige tot natte, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak wat verdichte en/of verstoorde, niet te zure grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaatsen: Moerassen, bermen, zeeduinen (duinvalleien), akkers, tuinen, omgewerkte grond, braakliggende grond, plantsoenen, ruigten, grasland, uiterwaarden,
bosranden, bossen
(wilgenvloedbossen en langs bospaden), langs wegen in geultjes en waterkanten (open plekken o.a. langs poelen, sloten en vijvers).
Verspreiding
Wereld: Gematigde en koude streken in Europa, Azië en Noordwest-Afrika. Ingeburgerd in Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 6, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1832)
Enkel booterbloemen en Dobbel booterbloemen
Cruijdeboek, deel 3, Rembert Dodoens. Wortelen, medecynale cruyden, ende quaden hinderlijcke ghewassen (1554)
Deutschlands flora, deel 12, J. Sturm, J.W. Sturm (1826-1827)
Deutschlands
Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Unsere Unkräuter, Zweite Auflage, L. Klein (1926)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 1, J.E. Sowerby (1863)
Flora Londinensis, deel 4, William Curtis (1781-1784)
Atlas des plantes de France, deel 2, Amédée Masclef (1890)
Herbier de la France, deel 2, P. Bulliard (1776-1783)
Flora regni borussici, deel 3, A.G. Dietrich (1835)
Unkrauttaflen - Weed plates - Planches des mauvaises herbes - Ugressplansjer, E. Korsmo (1934-1938)
Svensk botanik, deel 6, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
Bilder ur Nordens Flora, deel 1, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Flora Parisiensis, deel 2, P. Bulliard (1776-1781)
Grandes Heures Anne de Bretagne, Jean (Jehan) Bourdichon (1503-1508)
Ranunculus pratensis etiamque hortensis reptante cauliculo Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)