|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Kruipklokje - Campanula poscharskyana
Frysk
English-Serbian Bellflower
Français-Campanule des murets
Deutsch-Hängepolster-Glockenblume
Synoniemen-Servisch klokje
Familie-Campanulaceae (Klokjesfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Campanula betekent klokje, naar de vorm van de bloem. Poscharskyana verwijst naar de Duitse botanicus Gustav Adolf Poscharsky (1832-1915), die inspecteur van de botanische tuin in Dresden was en de grondlegger van de botanische tuin Schellerhau in Altenberg in Saksen.
Opmerking-De plant kan verward worden met Dalmatiëklokje.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m november.
Afmeting-15-30 (-50) cm.
|
|
|
|
Wortels-De plant kan zich ook verspreiden via de wortelstokken. In strenge winters kunnen de bovengrondse delen afsterven. De wortels zijn echter zeer winterhard, waardoor de plant het volgend jaar weer uitgroeit.
|
|
|
|
Stengels
|
|
|
|
Bladeren-De wintergroene, behaarde bladen zijn eirond tot iets langwerpig en worden 2,5-4 cm lang.
|
|
|
|
Bloemen-De bloemen groeien in een veelbloemige, vertakte, vrij lange bloeiwijze. De bloemkroon is meer stervormig dan klokvormig. De paarsblauwe, wijd afstaande slippen zijn veel langer dan de kroonbuis (aan de basis 7-8 mm breed). De kroonbladen zijn aan de basis vergroeid. De bloem heeft een wit hart en is 1,5-2,5 cm groot. De kelkslippen zijn 0,8-1,2 cm lang.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De doosvrucht springt bij de voet open.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op neutrale, vochtige, maar goed afwaterende, matig voedselrijke, zandige of stenige grond.
Groeiplaatsen-Oude verweerde muren, langs tuinmuurtjes, langs gevels, tussen bestrating, op en rond trapportalen, in oude binnentuinen, in hofjes en op grachtenmuren.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied (de Dinarische Alpen in Kroatië en de kalksteenbergen in Italië).
Nederland-Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Vrij algemeen in stedelijke gebieden.
Vlaanderen-Ingeburgerd in stedelijke gebieden. Zeldzaam. Voor het eerst in het wild aangetroffen in 2001.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Toepassingen
Veel gekweekt in tuinen als een bodembedekkende plant. Toegepast in rotstuinen en borders. De plant kan worden vermeerderd via de wortelstokken (scheuren in herfst of lente), maar ook d.m.v. zaad.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl