Wilde planten in Nederland en België

Kruipwilg - Salix repens

Frysk-Krûpwylch

English-Creeping willow

Français-Saule rampant

Deutsch-Kriech-Weide

Synoniemen-Salix rosmarinifolia, Salix arenaria, Salix argentea

Familie-Salicaceae (Wilgenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Salix komt mogelijk van het Keltische sal (dicht bij water), hetgeen te maken heeft met de groei van veel wilgensoorten langs het water. Het kan echter ook afkomstig zijn van het Latijnse salire (snel groeien). Veel wilgensoorten groeien namelijk snel. Repens betekent kruipend.

Ondersoorten-Het uiterlijk van verschillende struikjes kan sterk varieren. Er worden verschillende ondersoorten onderscheiden (o.a. subsp. repens, subsp. galeifolia en subsp. dunensis).

Kruisingen-Er zijn kruisingen bekend met Katwilg (Salix x friesiana), Grauwe wilg (Salix x subsericea) en Geoorde wilg (Salix x ambigua).

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Fanerofyt.

Hoofdbloei-April en mei.

Afmeting-15-120 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Koen van Zoest - verspreidingsatlas.nl


4028mdk09 - cc by-sa 3.0

Wortels-Wortels met uitlopers.

Stam en takken-Een in of over de grond kruipende stam. Jonge takken zijn behaard, maar worden later kaal. Ze zijn geel tot bruin van kleur en kruipen voor een deel, een ander deel is boogvormig opstijgend.


Bert Verbruggen - verspreidingsatlas.nl


Bert Verbruggen - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bladeren-De bladeren zijn zeer variabel. Ze zijn 0,5-5 cm lang, hebben een gave of onduidelijk getande rand, zijn vlak of met een iets omgerolde rand, zijn omgekeerd eirond tot langwerpig en de top is teruggekromd, afgerond of stomp. Eerst zijn ze aan beide kanten dicht zilverachtig behaard, later worden ze vaak gedeeltelijk of helemaal kaal. De bovenkant is dan min of meer glanzend en vaak zilverachtig. Er zijn geen steunblaadjes of ze zijn zeer klein en vallen dan vroeg af.


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


Kristian Peters - cc by-sa 3.0


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 3.0


kuleuven-kulak.be/bioweb

Bloemen-Eenslachtig. Tweehuizig. De zittende, 1-2½ cm lange katjes verschijnen tegelijk met de bladeren of iets eerder. De schutbladen worden naar de top donker roodbruin tot zwartachtig. Elke bloem heeft één honingklier. Het vruchtbeginsel is gesteeld en zijdeachtig-viltig behaard tot kaal.


Mannelijke bloemen
Bert Verbruggen - verspreidingsatlas.nl


Mannelijke bloemen
Bert Verbruggen - verspreidingsatlas.nl


Vrouwelijke bloemen
Opiola Jerzy - cc by 2.5


Vrouwelijke bloemen
kuleuven-kulak.be/bioweb

Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Sten Porse - cc by-sa 3.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op droge tot natte, voedselarme, zwak zure tot kalkrijke grond (zand, leem, zavel en veen). Subsp. dunensis groeit het meest op kalkrijke zandgrond (bijv. in de duinen) en subsp repens op zure zandgrond (bijv. in de Kempen).

Groeiplaatsen-Duinen, moerasbossen, bosranden, schraal grasland, drassig hooiland, binnenduinweiland, dopheidevelden, grazige heide op lemige grond, veenmoerassen, tichelgaten en schrale bermen.

Verspreiding

Wereld-Koude en gematigde streken in Europa.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl