|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Kruisbladige wolfsmelk - Euphorbia lathyris
Frysk-Kochelbeane
English-Gopher Purge
Français-Euphorbe épurge
Deutsch-Kreuzblättrige Wolfsmilch
Synoniemen-Kruisbladwolfsmelk, Kruiswolfsmelk
Familie-Euphorbiaceae (Wolfsmelkfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De naam wolfsmelk heeft te maken met het giftige melksap dat vrijkomt als de stengels doorbreekt. Het sap heeft een bijtend en branderig (met name voor huid en ogen) effect en de 'wolf' (in de betekenis van de duivel) werd gezien als de veroorzaker.
Er zijn twee verklaringen van de wetenschappelijke naam Euphorbia.
1. Euphorbia is genoemd naar Euphorbios, de Griekse lijfarts van koning Juba de Tweede van Mauretanië. Hij gebruikte planten van het geslacht Euphorbia als geneeskruid.
2. Euphorbia komt van eu (goed) en pherboo (voeden), omdat het melksap werd gebruikt ter genezing van teringlijders.
Lathyris verwijst naar het geslacht Lathyrus.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Tweejarig.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m augustus.
Afmeting-30-100 cm, maar soms tot 200 cm.
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, gladde, grof gebouwde stengels zijn grijsgroen tot blauwgroen.
| |
|
|
Bladeren-Giftig. De blauwgroene, kruisgewijs tegenoverstaande bladen zijn langwerpig driehoekig tot lijnvormig, niet getand, hebben geen steel en worden naar de voet (hartvormig) breder. De middennerf valt duidelijk op. De schutbladen zijn driehoekig-eirond, toegespitst en helder groen.
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De grote bloeiwijze staat wijd uit aan de stengeluiteinden en bestaat uit twee tot vier (soms tot zes) schermvormig bij elkaar staande bijschermen met lange assen. De gele honingklieren op de rand van de schijnbloemen hebben de vorm van een halve maan en dragen korte, stompe hoorntjes (kort twee-hoornig). De blauwgroene schutbladen zijn duidelijk kleiner dan de stengelbladen. Op de bovenstandige vruchtbeginsels zie je donkere strepen. Er is één stijl met drie stempels.
| |
|
|
Vruchten en zaden-De gladde, slechts weinig gerimpelde doosvruchten zijn 0.9-1,3 (-1,7) cm breed. De zaden zijn bruin of grijs en hebben een mazenpatroon (netvormig gerimpeld). Tweezaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op vochtige, voedselrijke, vaak kalkhoudende, verstoorde grond (zand, leem en klei).
Groeiplaatsen-Moestuinen, kalkrijke akkers, ruderale plaatsen, omgewerkte grond, braakliggende grond, open plekken in bermen, stortplaatsen en spoorbermen (vooral in volkstuinen langs het spoor).
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en Zuid-Europa.
Nederland-Archeofyt. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Wallonië-Archeofyt. Vrij algemeen.
Toepassingen
Vroeger werd ze als purgeermiddel gebruikt, maar vanwege haar giftigheid gebeurt dat nu niet meer. Ze wordt nog geregeld aangeplant omdat ze mollen en woelmuizen uit de tuin zou weren.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl