Frysk English Lanceolate Spleenwort Français Asplénium à feuilles obovales Deutsch Lanzett-Streifenfarn (Lanzettblättriger Streifenfarn) Synoniemen Asplenium foresiense Familie Aspleniaceae (Streepvarenfamilie) Naamgeving (Etymologie) Asplenium is afgeleid van Oudgrieks asplenon (miltkruid). Obovatum komt uit het Latijn en betekent eirond. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur Overblijvend. Plantvorm Hemikryptofyt. Rijpe sporen ? Afmeting 10-30 cm.
Wortels
Stengels De donkere bladsteel is half zo lang tot even lang als de bladschijf. Deze is aan de basis geschubd.
Bladeren De in bundels geplaatste bladeren zijn wintergroen. De deelblaadjes hebben smalle, puntige tanden en scherpe, duidelijke insnijdingen. De leerachtige, lichtgroene bladschijf is lancetvormig tot ovaal. Het tot 5 cm lange blad is tweemaal geveerd, met gave tot diep gedeelde deelblaadjes, die tot tot 5 cm lang worden. De bladslipjes zijn wigvormig aan de voet en rond aan de top, zonder of met enkele korte tanden. Het onderste, naar de top van het blad gerichte bladslipje van elke vertakking is groter dan de andere en gelobd.
Sporen Sporen op de onderkant van het blad. De 1-2 mm lange sporenhoopjes zijn streepvormig. Je vindt ze tussen de bladrand en de nerf van de bladslipjes. Ze zijn bedekt met een wit dekvliesje dat aan één kant is vastgehecht. Uiteindelijk kan de hele onderkant van het blad bedekt worden met sporendoosjes.
Biotoop Bodem Beschaduwde plaatsen op kalkarme (kalkmijdend), stenige grond. Groeiplaatsen Rotsen, stenige bermen en oude muren. Meestal in de nabijheid van de kust. Verspreiding Wereld Voornamelijk in West- en Zuid-Europa. Nederland Ingeburgerd na 2000. Zeer zeldzaam. Alleen aangetroffen in Amsterdam. Vlaanderen Niet in Vlaanderen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |