Naamgeving (Etymologie): Prunus is misschien afgeleid van het Griekse prooinos (vroegtijdig), dat op het vroeg rijp zijn van de vruchten van de wilde pruim zou slaan.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Takken en stam: De struik heeft gewoonlijk een brede en gespreide kroon, maar er zijn ook cultivars die juist een slanke vorm hebben. De schors is bruinachtig grijs met duidelijke lenticellen (luchtporiën). Eerstejaars-takken zijn groen.
Bladeren: De wintergroene, giftige bladeren zijn leerachtig en sterk glanzend. Ze zijn langwerpig tot lancetvormig en 8-13 cm lang en 2,5-7 cm breed. Eerst zijn ze lichtgroen, maar later worden ze donkerder van kleur. De bladstelen zijn, evenals de bladeren, groen.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloeiwijze bladokselstandig. De bloemsteel is niet bebladerd. De geurende bloemen zijn roomkleurig. Ze vormen samen rechtopstaande trossen van 8-13 cm lang
en hebben kroonbladen van 4-7 mm lang. De bloemen bloeien alleen bij vrijstaande struiken die veel licht krijgen.
Veel gekweekt voor tuinen en parken.
Een aantal cultivars zijn:
Prunus laurocerasus 'Caucasia', is lang en smal en wordt tot 3 m hoog. Ze is redelijk winterhard en heeft langwerpige, glanzende bladeren.
Prunus laurocerasus 'Mischeana', is 1,5 m hoog, maar breder. Ze wordt gebruikt in hagen, en heeft bijna ronde bladeren.
Prunus laurocerasus 'Otto Luyken', is 1-2 m hoog en heeft een brede groeiwijze. De bladeren zijn donkergroen.
Prunus laurocerasus 'Schipkaensis', is eveneens goed winterhard, wordt 2 m hoog en heeft een brede groeiwijze. Ze heeft brede, ongetande donkergroene bladeren en is geschikt voor windkeringen.
Prunus laurocerasus 'Van Nes', is breed en 1,8 m hoog. De kleine donkergroene bladeren contrasteren goed met de witte bloemen.
Prunus laurocerasus 'Herbergii', wordt 2 m hoog, en heeft de vorm van een piramide: naar boven toe wordt hij snel smaller.
Bron: Wikipedia
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 1, Dirk Leonard Oskamp (1796)
Köhler's Medizinal-Pflanzen in naturgetreuen Abbildungen mit kurz erläuterndem Texte, H. A. Koehler (1887)
Plantae medicinales, deel 2, Nees von Esenbeck, M.F. Wijhe, A. Henry (1828-1833)
Flora homoeopathica, deel 2, E. Hamilton, H. Sowerby (1853)
Herbier de la France, deel 4, P. Bulliard (1776-1783)
Flore médicale, deel 4, F.P. Chaumeton (1830)
Plantae per Galliam, Hispaniam et Italiam observatae, J. Barrellier (1714)
Hortus medicus et philosophicus, J. Camerarius (1588)
Medical Botany, deel 4, W. Woodville, W.J. Hooker, G. Spratt (1832)
Herbarium Blackwellianum, deel 6, E. Blackwell (1773)
Traité des arbrisseaux et des arbustes cultivés en France, J.H. Jaume Saint-Hilaire (1825)
Die giftpflanzen der Schweiz, J. Hegetschweiler, J.D. Labram (1839)