Wilde planten in Nederland en België

Lenteklokje - Leucojum vernum

Frysk-Maarteblomke

English-Spring Snowflake

Français-Nivéole de printemps

Deutsch-Märzenbecher

Synoniemen

Familie-Amaryllidaceae (Narcisfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Leucojum is afgeleid van het Griekse leucos (wit) en ion (viool), dus een witte viool. Vernum betekent van de lente.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Geofyt.

Hoofdbloei-Februari t/m april.

Afmeting-10-30 cm.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


Toon Verrijdt - cc by-nc-sa 3.0 nl


Unterillertaler - cc by-sa 3.0

Wortels-Een bolronde, tot meer dan 2 cm dikke boll, die door lichtgrijze vliezen is omgeven.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Stengels-De rechtopstaande, onbehaarde bloeistengel heeft twee smalle vleugels (tweekantig) en is langer dan de bladeren. Meestal draagt de stengel maar één bloem (zelden twee).


Dietrich Krieger - cc by-sa 3.0


Böhringer Friedrich - cc by-sa 3.0 at


Böhringer Friedrich - cc by-sa 3.0 at


Böhringer Friedrich - cc by-sa 3.0 at

Bladeren-De drie of vier rechtopstaande, bandvormige, stompe en lichtgroene bladeren zijn 0,5-1,5 cm breed. Tijdens de bloei zijn ze meestal nog maar voor een deel ontwikkeld.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Böhringer Friedrich - cc by-sa 3.0 at


Emoke Dénes - cc by-sa 2.5


Ronwain - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeistengel draagt meestal maar één hangende, zwak geurende bloem, zelden zijn het er twee (Zomerklokje heeft meestal meer dan twee bloemen per stengel). De bloemschede is eenkleppig, lancetvormig, breedvliezig en even lang is als de bloemsteel. De zes bloemdekbladen zijn breed-langwerpig, wit en hebben vlak onder de top een groengele vlek. Ze zijn allemaal even groot. De bloemen zijn klokvormig en 1½-2½ cm. Er zijn zes meeldraden en een onderstandig vruchtbeginsel met een sterk knotsvormig verdikte stijl en drie stempels. De meeldraden zijn half zo lang als de bloemdekbladen en hebben helmdraden die korter zijn dan de oranje helmknopjes.


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl


Hans Adema - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Vruchten en zaden-Een peervormige, veelzadige, groene, tot meer dan 1 cm dikke doosvrucht. De bleekbruine zaden zijn eivormig en minder dan een ½ mm lang. Ze hebben een vliezige huid en een wit, snavelvormig aanhangsel (mierenbroodje). Eenzaadlobbig.


Franco Giordana - cc by-nc-nd 4.0


Franco Giordana - cc by-nc-nd 4.0


Walter Wimmer - cc by-nc 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Licht beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, neutrale of kalkrijke, humeuze grond met een milde humus (lemig tot kleiig).

Groeiplaatsen-Loofbossen, hellingbossen, bergbossen (voornamelijk aan de voet van hellingen), hakhout, heggen en bij buitenplaatsen.

Verspreiding

Wereld-Berggebieden in Midden-Europa en aangrenzende delen van Zuid-, West- en Noord-Europa.

Nederland-Ingeburgerd in de 19de eeuw, maar mogelijk vroeger inheems op de Tankenberg bij Oldenzaal in Twente. Daar voor het laatst gevonden in 1916. Vrij zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam.

Wallonië Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl