Naamgeving (Etymologie): Hippuris komt van het Griekse hippos (paard) en oura (staart), omdat de plant op een Paardenstaart (Equisetum) lijkt. Vulgaris betekent gewoon.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hydrofyt of helofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli en augustus.
Afmeting: 15 tot 90 cm.
Wortels: Een kruipende, vertakte wortelstok.
  
http://herbariaunited.org/
|
  
http://herbariaunited.org/
|
  
http://herbariaunited.org/
|
 Franco Fenaroli - CC BY-NC-ND 4.0
|
Stengels: De holle, buisachtige stengels
staan rechtop en steken boven het water uit. Zelden drijven ze. Ze zijn niet vertakt, blauwachtig groen en kaal. Afgebroken plantendelen kunnen  door het water worden meegevoerd, daar opnieuw gaan groeien  en zo de soort verspreiden.
Bladeren: De ongeveer 2 cm lange bladen groeien  in dicht bij elkaar staande kransen van vier tot zestien (het meest acht) bladen. Ze zijn lijnvormig tot langwerpig, spits, niet gezaagd
en
staan af. Ze hebben een duidelijke nerf. Naar boven toe worden de bladeren iets  kleiner. De ondergedoken bladen in stromend of diep water zijn lang en slap.
Bloemen: Tweeslachtig.   Er komen zowel eenslachtige als
tweeslachtige bloemen op dezelfde plant voor. De kleine, groene bloemen zitten in de
bladoksels. Ze hebben geen kroonbladen.De mannelijke bloemen hebben één meeldraad met een roodachtig helmhokje. De vrouwelijke bloemen hebben één onderstandig vruchtbeginsel met een enigszins veervormige stijl  met stempel.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De gladde, drijvende zaadjes zijn 2 tot 3 mm groot. Tweezaadlobbig.

dzn.eldoc.ub.rug.nl
|
 
|
  |
|
Biotoop
Bodem: Zonnige plaatsen in stilstaand tot stromend, helder, ondiep tot vrij diep, zoet of zwak brak, matig voedselrijk tot voedselrijk, vaak kalkhoudend water (vooral op klei, maar ook wel op zand, leem, zavel en veen, van mineraalrijk tot zeer organisch).
Groeiplaatsen: Water (duinmeertjes, poelen, poldersloten, greppels, oude rivierarmen, beken, veenwijken en vijvers).
Verspreiding
Wereld: Koelere delen op het noordelijk halfrond en in het zuiden van Zuid-Amerika. De noordelijkste groeiplaatsen liggen aan de noordkust van Groenland.
 gbif.org
Nederland: Plaatselijk vrij algemeen in laagveengebieden, in het noordelijk zeekleigebied en in aangrenzende gebieden en zeldzaam in de duinen, in Zeeland en het rivierengebied. Elders zeer zeldzaam. Niet in grote delen van Limburg en Noord-Brabant.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Algemeen. Oorspronkelijk inheems.

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij zeldzaam in de Polders. Elders zeer zeldzaam. Rode lijst. Kwetsbaar.

Wallonië: Zeer zeldzaam. Rode lijst. Ernstig bedreigd.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 1, Jan Kops (1800)
|
Flora Batava, deel 1, Jan Kops (1800)
|

Tannenwedel
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
(1796)
|

Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
|

Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|
  |
  |
|