|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Moerasandoorn - Stachys palustris
Frysk-Hazze-ear
English-Marsh Woundwort
Français-Epiaire des marais
Deutsch-Sumpf-Ziest
Synoniemen
Familie-Lamiaceae (Lipbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Stachys betekent aar, naar de aarvormige bloeiwijze. Palustris betekent van het moeras.
Kruising-Moerasandoorn en Bosandoorn (Stachys x ambigua) kunnen met elkaar een bastaard vormen, die in de regel onvruchtbaar is, maar zich door middel van uitlopers soms aanzienlijk kan uitbreiden.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt of geofyt.
Hoofdbloei-Juli en augustus, soms t/m oktober.
Afmeting-40-80, soms tot 120 cm.
|
|
|
|
Wortels-De wortels zijn aan de top knolvormig verdikt. Moerasandoorn heeft ondergrondse uitlopers.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, vierkante stengels zijn meestal niet of weinig vertakt.
|
|
|
|
Bladeren-De kruisgewijs tegenoverstaande, langwerpige bladen hebben een zwak hartvormige voet en een spitse top. Ze zijn iets gekarteld. De onderste bladen zijn zittend of kort gesteeld (minder dan 0,5 cm). De 3-12 cm lange middelste en bovenste bladen zijn meestal zittend, halfstengelomvattend, langwerpig tot lancetvormig en hebben een zwak hartvormige voet. De bladen geuren maar weinig.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien in schijnkransen met vier tot tien bloemen. Ze zijn roze (zelden wit), 1,4-1,8 cm, dubbel zo lang als de kelk, die kort behaard is. De bovenlip van de kroon heeft een gave rand en de onderlip is driedelig met een donkere tekening (het honingmerk). De bloemen hebben vier meeldraden waarvan er twee langer zijn dan de beide andere. Het bovenstandige vierhokkig vruchtbeginsel heeft een stijl met twee stempels.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een vierdelige splitvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op vochtige of natte, soms periodiek overstroomde, voedselrijke tot zeer voedselrijke, humeuze, vaak zwak zure grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaatsen-Waterkanten, steen- en basaltglooiingen, drijftillen, drooggevallen plaatsen, ruig drassig grasland, bermen, akkers op klei, akkerranden, moerasbossen, bronbossen, struwelen, natte ruigten, grienden en braakliggende grond.
Verspreiding
Wereld-Gematigde en koudere streken op het noordelijk halfrond.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl