Wilde planten in Nederland en België

Moerashertshooi - Hypericum elodes

Frysk-Sompe sint-Janskrûd

English-Marsh St. John's-wort

Français-Millepertuis des marais

Deutsch-Sumpf-Hartheu

Synoniemen

Familie-Hypericaceae (Hertshooifamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Hertshooi betekent hard hooi. De plant heeft die naam te danken aan de harde en houtige stengels. Hypericum komt van het Griekse hypo en Erica (onder of tussen heide). Sommigen zeggen echter dat Hypericum verwijst naar de god Hyperion, vader van de zon in de Griekse mythologie, omdat de bloemen (net als de zon) heldergeel zijn. Elodes betekent moerassig.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m september.

Afmeting-10-50 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Wortels-Ze wortelen op de knopen.


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-Stengels met een kruipende voet (hier vaak wortelend) met vaak opstijgende, behaarde en ronde stengels.


Abalg - gfdl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr

Bladeren-De aan beide kanten grijsviltig behaarde, zittende bladen zijn rond tot eirond, hebben een hartvormige voet, zijn grijsgroen en halfstengelomvattend.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Liliane Roubaudi - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


© Grada Menting - verspreidingsatlas.nl


Piet Bremer - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen zitten in losse, armbloemige bijschermen, die vanuit de oksels van één of enkele bladen even onder de top van lange zijstengels groeien. Ze zijn lichtgeel, 1,2-1½ cm groot, klokvormig, maar minder ver opengaand dan bij de andere soorten hertshooi. Vaak is één kroonblad iets smaller dan de andere vier. Aan de top van de kroonbladen vind je geen klieren. De kelkbladen staan rechtop en hebben kleine, rode, gesteelde klieren aan de randen. De meeldraden van elke bundel zijn tot halverwege vergroeid. Het vruchtbeginsel is behaard en heeft aan de voet drie tweellobbige honingschubjes.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl

Vruchten en zaden-De doosvruchten bevatten maar één hok. Tweezaadlobbig.


Hans Dekker - freenatureimages.eu


José Luis Romero Rego - cc by-nc 4.0


Frank Berbers - cc by-nc-nd 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen in matig voedselarm, zwak zuur water en op natte, periodiek droogvallende grond (veen, leem en zand).

Groeiplaatsen-Veenmoerassen, in en langs greppels, oude Maasmeanders, heidevennen, veenwijken aan de rand van hoogveen en pas gegraven poelen en sloten.

Verspreiding

Wereld-West- en Zuidwest-Europa.

Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl