|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Moeraslantaarn - Lysichiton americanus
Frysk
English-American skunk cabbage (Yellow skunk cabbage)
Français-Lysichiton d'Amérique (Faux-arum)
Deutsch-Gelbe Scheinkalla
Synoniemen-Moerasaronskelk
Familie-Araceae (Aronskelkfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Lysichiton is afgeleid van twee Griekse woorden. lysis (oplossen) en chiton (pantser), verwijzend naar de bloeikolf. Americanus verwijst naar Amerika.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Helofyt.
Hoofdbloei-April en mei.
Afmeting-30-70 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een dikke, kruipende wortelstok. De planten kunnen dichte populaties vormen en andere inheemse planten verdringen.
|
|
|
|
Stengels
|
|
|
|
Bladeren-De grote, glanzende, langwerpig-eironde en meestal toegespitste (soms stompe) bladen hebben een afgeknotte tot wigvormige voet. Ze zijn dik en leerachtig en kunnen tot 50 cm lang worden en staan rechtop in een rozet op de wortelstok.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeikolf (met zeer kleine bloemen) wordt 10-35 cm lang. De bloeikolf is aan de voet omsloten door het schutblad. Het heldergele schutblad is veel langer dan de bloeikolf. Onderaan vind je de vrouwelijke bloemen en bovenaan de mannelijke. De bloemen verspreiden een onaangename geur. Ze lokken op die manier bepaalde soorten insecten die voor de bestuiving zorgen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Tweezaadlobbig. De 6 mm grote, groenachtig tot roodachtige, besvormige vruchtjes bevatten 1 of 2 zaadjes. Ze rijpen van juni tot augustus. De zaden kunnen lang hun kiemkracht behouden.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op vochtige of natte, voedselrijke, kleiige en venige grond.
Groeiplaatsen-Moerassen, vochtige bossen, broekbossen en waterkanten.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit het westen van Noord-Amerika.
Nederland-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Vlaanderen-Zeer zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 2006.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam. Sinds 2010 in het wild aangetroffen.
Toepassingen
In Europa toegepast als sierplant in tuinen. Noord-Amerikaanse indianen aten in tijden van hongersnood de bladeren na een uitvoerige bewerking (ze zijn giftig). Ook werden ze wel gebruikt bij brandwonden en infecties. De grote bladen werden ook gebruikt als verpakkingsmateriaal van levensmiddelen (voor de bekleding van manden).
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl