Bladeren: De lichtgroene bladeren zijn 10-15 cm breed, handlobbig met vijf tot zeven lang toegespitste, diep bochtig getande lobben. Van onderen zijn ze alleen in de nerfoksels behaard.
Bloemen: Eenslachtig. Eenhuizig. De bloemen groeien in brede, opgerichte, schermachtige pluimen. Ze zijn heldergeel, 7-8 mm en verschijnen tegelijk met of kort voor de bladeren.
Vruchten: Een splitvrucht. De vruchten hebben horizontaal afstaande vleugels of maken een stompe hoek met elkaar. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot min of meer vochtige, voedselrijke grond.
Groeiplaatsen: Bossen (loofbossen), houtwallen en heggen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en Midden- en Oost-Europa. Mogelijk westelijk tot in de Ardennen. Elders ingeburgerd.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Algemeen.
Toepassingen
Noorse esdoorn ids zeer vorstbestendig. Hij is ook vrij goed bestand tegen rook en roet en wordt daarom veel in straten en parken in steden aangeplant. In tegenstelling tot
bij een aantal sieresdoorns verliezen de bladeren hun kleur niet, wanneer de grond kalk bevat. Het hout is uiterlijk niet van de Gewone esdoorn te onderscheiden en eveneens van goede kwaliteit.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 7, Adolphus Ypey (1813)
Afbeeldingen der fraaiste, meest uitheemsche boomen en heesters, J.C. Krauss (1840)
Naauwkeurige beschrijving der aardgewassen. Eerste boek. Van allerley boomen, Abraham Munting (1696)
Flora
von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Icones plantarum medico-oeconomico-technologicarum, deel 3, F.B. Vietz (1806)
Unsere Waldbäume, Sträucher und Zwergholzgewächse, L. Klein (1910)
Svensk botanik, deel 2, J.W. Palmstruch e.a. (1803)
Bilder ur Nordens Flora, deel 2, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Atlas des plantes de France, deel 2, Amédée Masclef (1890)
Acer major Cordi Plantarum seu stirpium icones, deel 2, M. de Lobel (1581)
Der Wald, E.A. Rossmässler en E. Heyn (1881)
Vollständige Beschreibung und Abbildung der Sämmtlichen Holzarten, F.L. Krebs (1826)
Botanische Wandtafeln, A. Peter (1901)
Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Flora Parisiensis, deel 6, P. Bulliard (1776-1781)