Naamgeving (Etymologie): Apium komt van apion, hetgeen weer is afgeleid van pioon (glanzig), vanwege de glans van de bovenkant van de bladen. Inundatum betekent overstroomd.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De stengels zijn tenger, glad en kaal. Ze zijn helemaal of voor een deel ondergedoken. Meestal vormen ze matten. De stengelvoet
kruipt en wortelt op de knopen.
Bladeren: De ondergedoken bladeren zijn hol en twee- of drievoudig geveerd met draadvormige slippen. De drijvende bladeren en de luchtbladeren zijn enkel geveerd met eironde, drielobbige blaadjes.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemschermen staan tegenover de bladeren. Ze zijn kort gesteeld en bestaan uit twee of drie stralen zonder omwindsel. De bloemen zijn wit en 2 mm groot.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op natte, matig voedselarme, zwak zure grond en in ondiep, stilstaand en langzaam stromend, helder, matig voedselarm tot matig voedselrijk neutraal water. Vooral op kortstondig droogvallende plaatsen (het meest op zand en leem, soms op venige grond).
Groeiplaatsen: Water (sloten, duinmeertjes, veedrinkpoelen, leemkuilen, heidevennen, nieuwe greppels,
poelen en veenwijken).
Verspreiding
Wereld: West-Europa en Marokko, noordelijk tot in Schotland en Zuid-Zweden.
Nederland: Zeldzaam in Noord-Brabant, noordelijk Limburg, in het oosten van het land en in de duinen. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
Vlaanderen: Zeldzaam. Het meest nog in de Kempen. Sterk afgenomen.
Wallonië: Zeer zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 7, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1836)
Naturalis Biodiversity Center
Flora
von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Fig. 27
Genera plantarum florae germanicae, Conspectus, deel 6, T.F.L. Nees von Esenbeck (1849)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 4, J.E. Sowerby (1865)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Bilder ur Nordens Flora, deel 2, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Icones plantarum sponte nascentium in episcopatu Monasteriensi, deel 1, F. Wernekinck (1798)