Wilde planten in Nederland en België
Plantvormen
Grassen
Zeggen
Russen en biezen
Orchideeën
Varens
Paardenstaarten
Wolfsklauwen
Bomen
Struiken
Dwergstruiken
Lianen
Klimplanten < 150 cm
Klimplanten > 150 cm
Halfparasieten
Parasieten
Eenjarigen
Wetenschappelijke namen
Beginnend met een A
Beginnend met een B
Beginnend met een C
Beginnend met een D
Beginnend met een E
Beginnend met een F
Beginnend met een G
Beginnend met een H
Beginnend met een I
Beginnend met een J
Beginnend met een K
Beginnend met een L
Beginnend met een M
Beginnend met een N
Beginnend met een O
Beginnend met een P
Beginnend met een Q
Beginnend met een R
Beginnend met een S
Beginnend met een T
Beginnend met een U
Beginnend met een V
Beginnend met een w
Beginnend met een X
Beginnend met een Z
Plantenfamilies
Addertongfamilie
Adelaarsvarenfamilie
Amarantenfamilie
Anjerfamilie
Aronskelkfamilie
Aspergefamilie
Balsemienfamilie
Berberisfamilie
Berkenfamilie
Biesvarenfamilie
Blaasjeskruidfamilie
Bolletjesvarenfamilie
Brandnetelfamilie
Bremraapfamilie
Buxusfamilie
Composietenfamilie
Cypergrassenfamilie
Cypresfamilie
Cystopteridaceae
Dennenfamilie
Dubbellooffamilie
Duindoornfamilie
Duizendknoopfamilie
Eenbesfamilie
Egelskopfamilie
Eikvarenfamilie
Fonteinkruidfamilie
Gagelfamilie
Gentiaanfamilie
Glaskroosfamilie
Grassenfamilie
Heifamilie
Helmkruidfamilie
Hemelboomfamilie
Hennepfamilie
Herfsttijloosfamilie
Hertshooifamilie
Hoornbladfamilie
Hulstfamilie
Iepenfamilie
IJzerhardfamilie
Kaasjeskruidfamilie
Kamperfoeliefamilie
Kardinaalsmutsfamilie
Karmozijnbesfamilie
Kattenstaartfamilie
Klaverzuringfamilie
Klimopfamilie
Klokjesfamilie
Komkommerfamilie
Koningsvarenfamilie
Kornoeljefamilie
Kruisbloemenfamilie
Leliefamilie
Lintvarenfamilie
Lipbloemenfamilie
Lisdoddefamilie
Lissenfamilie
Maagdenpalmfamilie
Moerasvarenfamilie
Muskuskruidfamilie
Nachtschadefamilie
Napjesdragersfamilie
Narcisfamilie
Niervarenfamilie
Okkernootfamilie
Olijffamilie
Ooievaarsbekfamilie
Orchideeënfamilie
Paardenstaartenfamilie
Papaverfamilie
Parnassiafamilie
Peperboompjesfamilie
Phrymaceaefamilie
Pijpbloemfamilie
Pilvarenfamilie
Pimpernootfamilie
Pontederiafamilie
Posteleinfamilie
Pruikenboomfamilie
Ranonkelfamilie
Resedafamilie
Ribesfamilie
Rozenfamilie
Ruppiafamilie
Russenfamilie
Ruwbladigenfamilie
Sandelhoutfamilie
Saururaceae
Schermbloemenfamilie
Scheuchzeriafamilie
Sleutelbloemfamilie
Spekwortelfamilie
Steenbreekfamilie
Sterbladigenfamilie
Strandkruidfamilie
Streepvarenfamilie
Tamariskfamilie
Taxusfamilie
Teunisbloemfamilie
Vederkruidfamilie
Vetplantenfamilie
Viooltjesfamilie
Vlambloemfamilie
Vlasfamilie
Vleugeltjesbloemfamilie
Vliesvarenfamilie
Vlinderbloemenfamilie
Vlotvarenfamilie
Watergentiaanfamilie
Waterkaardefamilie
Waterleliefamilie
Waterwaaierfamilie
Waterweegbreefamilie
Weegbreefamilie
Wegedoornfamilie
Wijfjesvarenfamilie
Wijnruitfamilie
Wijnstokfamilie
Wilgenfamilie
Windefamilie
Wolfsklauwfamilie
Wolfsmelkfamilie
Zeegrasfamilie
Zonnedauwfamilie
Zonneroosjesfamilie
Zoutgrasfamilie
Zwanenbloemfamilie
Oranje havikskruid - Pilosella aurantiaca
Frysk : Oranje haukkrûd
English : Orange Hawkweed
Français : Epervière orangée
Deutsch : Orangerotes Habichtskraut
Synoniemen:
Hieracium aurantiacum
Familie : Asteraceae (Composietenfamilie)
Naamgeving (Etymologie) : Pilosella betekent een weinig behaard. Hieracium komt van het Griekse hierax (havik). De Oude Grieken meenden, dat de havik van deze planten gebruik maakte, om zijn gezichtsvermogen te versterken. Aurantiaca betekent oranjekleurig.
Kruising: Oranje havikskruid kas een kruising vormen met Muizenoor (Hieracium x stoloniflorum).
Beschrijving
(Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur : Overblijvend.
Plantvorm : Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden : Juni, juli en augustus.
Afmeting : 30-60 cm.
Wortels: Een wortelstok.
Stengels : De rechtopstaande stengels zijn donker behaard, met gewone haren, sterharen en klierharen. Met bovengrondse uitlopers.
Bladeren : Een rozet van blauwgroene, langwerpig-eivormige tot langwerpige bladen met een gave rand en een korte steel. De één tot vier, ruw behaarde stengelbladeren nemen naar boven toe snel in grootte af. De bladrand is gaaf of licht getand.
Bloemen : Tweeslachtig. De 1½-2½ cm, grote bloemhoofdjes zijn oranjebruin of oranjerood. Ze groeien met twee tot twaalf in een gedrongen schermvormige pluim aan de top van de bleoistengels. Er zijn alleen maar lintbloemen. Het smalle omwindselblad is begroeid met zwarte klierharen. Het vruchtbeginsel is onderstandig met een stijl en twee stempels.
Vruchten : Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tot 2,5 mm grote, bruine en geribde nootjes met vruchtpluis. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop
Bodem : Zonnige plaatsen op droge tot matig vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure grond (van zand tot klei.).
Groeiplaatsen : Omgewerkte grond, bermen, grasland (gazons, vrij schraal grasland, droog, zuur grasland en hooiland), heide, langs spoorwegen (spoorbermen), ruderale plaatsen, industrieterreinen en plantsoenen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit berggebieden in Midden-, Noord- en Oost-Europa. Elders ingeburgerd, o.a. in West-Europa.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Vrij algemeen ingeburgerd (sinds 1972).
Wallonië: Vrij algemeen ingeburgerd.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 15, Jan Kops en F.W. van Eeden (1877)
Deutschlands flora, deel 10, J. Sturm, J.W. Sturm (1814-1817)
Sudetenflora, M. Winkler (1900)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927)
Bilder ur Nordens Flora, deel 3, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 5, J.E. Sowerby (1866)
Die Alpenpflanzen nach der Natur gemalt, deel 1, J. Seboth, F. Graf (1839)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Florae Austriaceae, deel 5, N.J. von Jacquin (1778)
Hieracium peregrinum
Hortus Eystettensis, deel 2, Bessler, Basilius (1620)
2001-2021 K.M. Dijkstra - CC BY-NC-SA 3.0 NL