Wilde planten in Nederland en België

Paarse schubwortel - Lathraea clandestina

Frysk

English-Purple Toothwort

Français-Lathrée clandestine

Deutsch-Westliche Schuppenwurz

Synoniemen-Clandestina rectiflora, Prachtschubwortel, Kleine schubwortel

Familie-Orobanchaceae (Bremraapfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Lathraea komt van het Griekse lathraios (heimelijk), hetgeen slaat op het verborgen groeien onder bomen en tussen dorre bladen. Clandestina betekent verborgen.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Geofyt.

Hoofdbloei-Maart t/m mei.

Afmeting-4-8 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Wortels-Een wortelstok.

Stengels-De ondergrondse stengels zijn vertakt en geelachtig. Er is geen echte bovengrondse stengel, behalve de bloemsteel.


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


Marie Stockholm - cc by-sa 3.0


Traumrune - cc by-sa 3.0

Bladeren-De schubvormige bladen zijn niervormig, stengelomvattend en staan verspreid of tegenover elkaar.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0


Lamiot - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De schutbladen zijn gelijk aan de gewone bladen. Alleen de bloemen komen boven de grond. Ze zijn lang gesteeld, helder paars, 4-5 cm lang en minstens twee keer zo lang als de kale kelk. De bovenlip is helmvormig en de kelk is kaal.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Vruchten en zaden-Een doosvrucht met vier of vijf grote, iets afgeplatte zaden. Als de zaden rijp zijn worden ze uit de doosvrucht geslingerd. Tweezaadlobbig.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Beschaduwde plaatsen op vochtige of vrij natte, voedselrijke, meestal neutrale grond. De plant parasiteert op de wortels van loofbomen en struiken, vooral op populieren, grauwe abeel en wilgen, maar ook wel op es, zomereik, els, gladde iep, zachte berk, zoete kers, hazelaar, gewone esdoorn, vlier, beuk en meidoorn.

Groeiplaatsen-Loofbossen, rivierbegeleidende elzen- en populierenbossen, heggen, struwelen en hakhout.

Verspreiding

Wereld-West- en Zuidwest-Europa.

Nederland-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 1804.

Wallonië-Inheems. Zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl