Wilde planten in Nederland en België

Pijpenstrootje - Molinia caerulea

Frysk-Bjint

English-Purple Moor-grass

Français-Molinie bleue

Deutsch-Blaues Pfeifengras

Synoniemen-Molinia caerulea subsp. arundinacea

Familie-Poaceae (Grassenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Molinia is genoemd naar Juan Ignacio (Giovanni Ignazio) Molina, een Spaanse botanicus (1737-1829). Caerulea betekent blauw.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m september.

Afmeting-30-120, zelden tot 200 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Daderot - cc0


Elke Freese - cc by-sa 3.0

Wortels-Lange en vrij dikke wortels.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


hasbrouck.asu.edu - cc by-nc 3.0


s.idigbio.org - cc by-nc 3.0


Norbert Sauberer - cc by-nc 4.0

Stengels-Grote, dichte pollen vormend. De rechtopstaande stengels hebben alleen aan de voet meestal één knoop. Het onderste stengellid is ongeveer 5 cm lang en vaak naar de voet bolvormig verdikt.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


jan_perret - cc by-nc 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bladeren-Er zijn wortelstandige bladen en ook aan de de bloeiwijzehalmen staan onderaan een paar lange bladeren in rijen. De lange, dof blauwachtig groene bladeren zijn 0,3-1 cm breed. Voor ontplooiing zijn ze ingerold. Ze zijn vlak, ruw, verspreid behaard tot kaal en hebben op de overgang van de bladschede naar de bladschijf een dichte kraag van haartjes. De bladscheden hebben een lange V-vormige opening langs de halm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijzen groeien aan lange alleen aan de voet bebladerde stengels, De bloempluim is smal en wordt 5-40 cm lang. De pluim is in de onderste helft onderbroken en heeft korte, bijna rechtopstaande zijtakken (zelden langer en met ongeveer recht afstaande zijtakken). De aartjes zijn 4-9 mm lang en bevatten één tot vier bloemen Ze zijn bleekgroen, leiblauw of paarsig. De helmknoppen en de stijlen zijn paars. Het onderste kelkkafje heeft één nerf, is 3-4 mm lang en iets kleiner dan het bovenste kelkkafje dat één tot drie nerven heeft. Ze zijn niet genaald. Het lemma van de onderste bloem is 3-6 mm lang. Na de bloei blijven de kale halmen blijven aan de pollen zitten. Elke bloem heeft drie meeldraden en een bovenstandig vruchtbeginsel met drie stijlen en drie stempels.


Malcolm Storey - bioimages.org.uk - cc by-nc-sa-2.0 uk


Serstef - cc by-sa 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


© Willem Braam - verspreidingsatlas.nl

Vruchten en zaden-Een graanvrucht. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Eenzaadlobbig.


Daderot - cc0


Bob Wardell - cc0-1.0


Kjell Nilsen - cc by-nc-nd 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op vochtige of natte, voedselarme, zwak zure of zure, kalkarme, humeuze of venige grond (zand, leem of veen).

Groeiplaatsen-Heide, langs greppels en vennen, veenmoerassen, veenmosrietland, duinvalleien, bermen, schraal grasland, moerasbossen, broekbossen en kapvlakten.

Verspreiding

Wereld-Europa, West-Azië en hier en daar in Noordwest-Afrika.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Inheems. Algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl