|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Reigersbek (Gewone reigersbek en Duinreigersbek) - Erodium cicutarium
Frysk-Reagersbek en Dúnreagersbek
English-Common Stork's-bill (Redstem Stork's bill) and Dune Storksbill
Français-Bec-de-grue et Erodium des dunes
Deutsch- Gewöhnlicher Reiherschnabel und Dünen-Reiherschnabel
Synoniemen
Familie-Geraniaceae (Ooievaarsbekfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De vrucht lijkt op de snavel van een reiger, vandaar de Nederlandse naam reigersbek. Erodium is afgeleid van het Griekse erodios (reiger), omdat de vruchten op de snavel van een reiger lijken. Cicutarium betekent als Cicuta (Waterscheerling). Dunense betekent uit de duinen.
Ondersoorten-Er komen bij ons twee ondersoorten voor-Gewone reigersbek (Erodium cicutarium subsp. cicutarium) en Duinreigersbek (Erodium cicutarium subsp. dunense).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig of tweejarig.
Plantvorm- Therofyt.
Hoofdbloei-April t/m oktober.
Afmeting-5-60 cm.
Gewone reigersbek
|
|
|
|
Duinreigersbek
Wortels-Een hoofdwortel met bijwortels.
|
|
|
|
Stengels-Stengels met of zonder lange klierharen, waaraan meestal maar weinig zandkorrels blijven plakken. De niet kleverige stengels zijn vaak sterk vertakt. Ze zijn begroeid met gewone haren met daartussen korte klierharen.
Soms grote matten vormend.
Duinreigersbek-De plant
vormt vaak grote matten. Duinreigersbek is meestal iets kleiner dan Gewone reigersbek.
Gewone reigersbek
![]() © Wijnand van Buuren - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Duinreigersbek
|
|
|
Bladeren-De bladen zijn vaak rood aangelopen en tot aan de middennerf veerdelig. De deelblaadjes zijn nog een keer gedeeld in smalle, spitse slippen. Op de bovenkant van de bladen zitten geen of zeer weinig lange klierharen. Op de bladspil vaak met, minder dan 0,1 mm lange, klierknophaartjes.
Gewone reigersbek
|
|
|
|
Duinreigersbek
|
Bloemen-Tweeslachtig.De bloemen zijn tweezijdig symmetrisch. Bloeiwijzen met vaak meer dan drie (vijf tot zeven of soms zelfs negen) bloemen. De bloemkroon is paarsrood (roze) of zelden wit, 1,2 -1,4 (-1,7) cm groot en meestal met een vlek op de twee bovenste, korte kroonbladen. Bloemen met tien stijlen en vijf stempels.
Duinreigersbek-Bloeiwijzen met meestal drie tot vijf bloemen. De bloemkroon is meestal lichtpaars, zelden rood,rozerood of wit, niet gevlekt en 0,8-1,4 cm groot.
Gewone reigersbek
|
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een kluisvrucht. De snavels van de deelvruchten zijn 2,5-3,8 cm lang. De behaarde vruchten zijn 1-4 cm lang. De dopvruchtjes hebben onder de indeukingen aan de top een richeltje met daaronder een groefje. Tweezaadlobbig.
Duinreigersbek-De snavels van de deelvruchten zijn 2,2-2,8 cm lang. De deelvruchtjes zijn 5-6 mm lang. De dopvruchtjes hebben onder de indeukingen aan de top een richel en daaronder een onduidelijke groef.
Gewone reigersbek
|
|
|
|
Duinreigersbek
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, basische grond (zand, zavel en stenige plaatsen).
Duinreigersbek-Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, kalkrijke, vaak min of meer omgewerkte zandgrond.
Groeiplaatsen-Akkers, bermen, braakliggende grond, opgespoten grond, spoorbermen, spoorwegterreinen, ruderale plaatsen, vluchtheuvels, parkeerplaatsen, tussen straatstenen, grasvelden, weiland, open
plekjes in hooiland, zandstrandjes in het IJsselmeergebied, langs duinpaden, voormalige duinakkertjes, rivierduinen en ruigten.
Duinreigersbek-Duinen, rivierduinen, enigszins ruderale plaatsen en spoordijken.
Verspreiding
Wereld-In alle werelddelen. Vermoedelijk komt de plant oorspronkelijk uit het Middellandse-Zeegebied.
Duinreigersbek-Kustgebieden vanaf Zuid-Frankrijk tot in Schotland, oostelijk tot in het Oostzeegebied.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Duinreigersbek-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Duinreigersbek-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
Duinreigersbek-Niet in Wallonië.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl