|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Rietzwenkgras - Schedonorus arundinacea
Frysk-Hûnebosk
English-Tall Fescue (Common Rivergrass, Tall ryegrass)
Français-Fétuque roseau
Deutsch-Rohr-Schwingel
Synoniemen-Festuca arundinacea, Lolium arundinaceum, Schedonorus arundinaceus, Festuca elatior, Scolochloa festucacea
Familie-Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De betekenis van Schedonorus is mij niet bekend. Arundinacea betekent rietachtig.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni en juli.
Afmeting-50-200 cm.
|
|
|
|
Wortels-Geen wortelstokken of uitlopers.
|
|
|
|
Stengels-Grote, dichte pollen of horsten vormend. De rechtopstaande, vrij donkergroene stengels zijn stug en voelen ruw aan.
|
|
|
|
Bladeren-De bladen worden tot meer dan een ½ meter lang en tot ruim 1 cm breed. De onderkant is glanzig. De bladen zijn geleidelijk in een punt versmald. Het vliezige tongetje wordt hoogstens 2,5 mm lang. De stengelomvattende, spitse bladoortjes zijn gewimperd (kijk met name bij niet bloeiende scheuten). De oude bladscheden vezelen niet.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloempluim is groot, los en hangt aan de top meestal over. Op de onderste knoop van de pluim zitten meestal twee of drie takken, die elk tenminste vier aartjes hebben. De aartjes bevatten tenminste drie bloemen. De kelkkafjes hebben een afgeronde rug. De lemma's zijn 6-9 mm. Ze zijn niet genaald of ze hebben een naald van maximaal 4 mm.
|
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of zelden licht beschaduwde plaatsen op vochtige of natte, zoeteof brakke, voedselrijke, meestal basenrijke, zwak zure of kalkrijke, verstoorde grond (allerlei grondsoorten, maar het meest op klei).
Groeiplaatsen-Verruigd grasland, bermen, stenen beschoeiingen van kanaaloevers, kribben, aanspoelselgordels langs rivieren en zeearmen, langs greppels, rietkragen, ruigten, duinvalleien, zelden door de zee bereikte strandvlakten, vastgereden stroken langs wegen, langs bospaden, bosranden, wilgenopslag in afgravingen (met name in kleigroeven), uiterwaarden en ruige dijken.
Verspreiding
Wereld-Vooral in West- en Midden-Europa. Andere ondersoorten groeien o.a. in Zuidwest-Europa, het Middellandse-Zeegebied, Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Algemeen, maar zeldzamer in de Ardennen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl