Naamgeving (Etymologie): Vaccinium komt van het Latijnse woord vacca (koe) en baccinium (bessen), een bes die graag door koeien wordt gegeten. Vtis-idaea betekent wijnstok of druif van de berg Ida op Kreta.
Kruising: Bastaardbosbes (accinium x intermedium) is de kruising met Blauwe bosbes. Deze is op enige plaatsen gevonden en heeft rode of zwartblauwe bessen. Bastaardbosbes
is een grotendeels onvruchtbare bastaard, die qua kenmerken verder intermediair is tussen de beide oudersoorten.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Dwergstruik.
Winterknoppen: Chamaefyt.
Hoofdbloei: Mei en juni, soms ook in augustus, september en oktober.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bladeren: De bladeren blijven ook in de winter aan het struikje. De bladrand is omgerold. De bladeren zijn leerachtig en glanzend. Van onderen zijn ze lichtgroen met donkerder klierpuntjes. Verder zijn ze langwerpig tot omgekeerd eirond en stomp.
Bloemen: Tweeslachtig. De vijf- of viertallige bloemen vormen overhangende trosjes aan het eind van de takken. De kelk is roodachtig met driehoekige, spitse slippen. De kroon is klokvormig, rozewit, heeft vrij diep gespleten, uitstaande slippen en is 5-8 mm lang. De meeldraden hebben een dicht behaarde helmdraad zonder hoorntjes. De stijl is langer dan de zoom van de bloemkroon.
Vruchten: Een bes. De rode of heel zelden witte bessen zijn bolvormig, 0,5-1 cm. Ze zijn zuur van smaak en eetbaar. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge tot soms natte, voedselarme, zure grond (zand, leem en veen).
Groeiplaatsen: Heide, zeeduinen (duinheide), waterkanten (langs vennen), moerassen (hoogveen en veenmosrietland), bossen (langs bospaden), bosranden en struwelen (o.a. Jeneverbessen).
Verspreiding
Wereld:
Koude en de koelgematigde streken op het noordelijk halfrond. In het zuiden voornamelijk in gebergten.
Nederland: Vrij algemeen in Drenthe, Zuidoost-Fryslân, Gelderland en Overijssel, zeldzaam in Noord-Brabant en zeer zeldzaam in laagveengebieden, op de Waddeneilanden en in Zuid-Limburg.
Vlaanderen: Vrij algemeen. Het meest in de Kempen. Sterk afgenomen.
Wallonië: Vrij algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 6, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1832)
Bastaard van Rode en Blauwe bosbes Flora
Batava, deel 22, Jan Kops, F.W. van Eeden en L.Vuyck (1906)
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen.
Deel 1 (1796)
Cruijdeboek, deel 6, Rembert Dodoens. Van der boomen, haghen, ende alle houtachtighe
gewassen, en van huerder vruchten, gummen ende sapen ondersceet, fatsoen, naem, natuere, cracht ende werkinghe (1554)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Botanischer Bilderatlas nach dem natürlichem Pflanzensystem, K. Hoffmann, E. Dennert (1911)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927)
Plantae medicinales, deel 2, Nees von Esenbeck, M.F. Wijhe, A. Henry (1828-1833)
Bilder ur Nordens Flora, deel 1, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
The botanical cabinet, deel 7, C. Loddiges, G. Cooke (1827)
The botanical cabinet, deel 11, C. Loddiges, T. Boys (1827)
Traité des arbres et arbustes, Nouvelle édition, deel 2, H.L. Duhamel du Monceau, P.J. Redouté (1804)
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm
Thomé (1885-1905)
Flora regni borussici, deel 5, A.G. Dietrich (1837)
Vollständige Beschreibung und Abbildung der Sämmtlichen Holzarten, F.L. Krebs (1826)
Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)
Flora Danica
Georg Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Svensk botanik, deel 2, J.W. Palmstruch e.a. (1803)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 6, J.E. Sowerby (1866)
British entomology, deel 2, J. Curtis (1823-1840)
Chamaerhododendron alpigena odora Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)