Naamgeving (Etymologie): De Nederlandse naam is een verbastering van het Latijnse caprifolium (geitenblad). Lonicera is genoemd naar Adam Lonicer of Lonitzer, een Duitse botanicus (1528-1586). Xylosteum is afgeleid van het Griekse xylon (hout) en osteon (been), dus hard hout.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De tegenoverstaande bladeren zijn 2-6 cm lang, eirond tot omgekeerd eirond en hebben een gave rand. Ze zijn zacht behaard. Aan de bovenkant zijn ze donkergroen en aan de onderkant lichter van kleur. Ze hebben een toegespitste top en zijn wigvormig in de steel versmald.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen staan in paren op een gemeenschappelijke steel in de bladoksels. Ze zijn geelwit, trechtervormig, hebben twee lippen en zijn 0,8-1½ cm lang. Aan de buitenkant zijn ze viltig behaard. De meeldraden steken niet uit de kroon.
Vruchten: Een bes. De bessen zijn glanzend rood. Ze groeien met twee bij elkaar, maar zijn niet vergroeid. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde, warme plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselarme, kalkrijke, lichte grond (zand en kalksteen).
Groeiplaatsen: Bossen (kalkrijke loofbossen en open plekken in hellingbossen), bosranden, heggen, struwelen en zeeduinen (duinberkenbos).
Verspreiding
Wereld: West-Azië
(West-Siberië en de Kaukasus) en in Europa, behalve in de meeste randgebieden.
Nederland: Zeldzaam in Zuid-Limburg. Ingeburgerd in de Hollandse duinen en ook elders verwilderd en plaatselijk ingeburgerd.
Vlaanderen: Zeldzaam.
Wallonië: Vrij algemeen. Het meest in Lotharingen en in het Maasgebied.
Oude
illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Afbeeldingen der fraaiste, meest uitheemsche boomen en heesters, J.C. Krauss (1840)
Deutschlands flora, deel 20, J. Sturm, J.W. Sturm (1845-1849)
Unsere Waldbäume, Sträucher und Zwergholzgewächse, L. Klein (1910)
Fig. 1-5,10-20,24-29
Genera plantarum florae germanicae, Conspectus, deel 5, T.F.L. Nees von Esenbeck (1845)
Svensk botanik, deel 5, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
Bilder ur Nordens Flora, deel 1, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Introductio generalis in rem herbariam, deel 2, A.Q. Rivinus (1690-1777)
Plantae per Galliam, Hispaniam et Italiam observatae, J. Barrellier (1714)
Vollständige Beschreibung und Abbildung der Sämmtlichen Holzarten, F.L. Krebs (1826)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 4, J.E. Sowerby (1865)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Stirpium historiae pemptades sex, sive libri XXX, R. Dodonaeus [Dodoens] (1583)
Allobrogum periclymenon
Plantarum seu stirpium icones, deel 1, M. de Lobel (1581)