Naamgeving (Etymologie): Silene is mogelijk vernoemd naar de bosgod Silenus, die een opgezwollen buik had. Diverse silenesoorten hebben een opgezwollen kelk. Volgens anderen stamt silene af van het Griekse sialon (speeksel), omdat vele soorten kleverig zijn. Viscaria komt van het Latijnse Viscum (Maretak) en betekent kleverige plant.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De meeste
bladeren vormen een wortelrozet. Ze hebben een korte steel en worden tot 12 cm lang. De bladeren zijn langwerpig,
hebben een spitse top en zijn alleen aan de voet behaard.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in een tros of pluim en vormen schijnkransen. Ze worden 0,5-2 cm in doorsnee. De kroonbladen zijn helder paarsrood, zelden wit, niet gedeeld of met een kleine insnijding. Ze bevatten vijf stijlen. De kale kelk heeft tien ribben.
Bodem: Zonnige, zelden licht beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme, kalkarme, meestal zure grond (stenige plaatsen). Tot 1800 meter hoogte.
Groeiplaatsen: Grasland (schraal grasland), heide, rotsachtige plaatsen, kiezelrotsen, klippen en soms in lichte bossen.
Verspreiding
Wereld: West-Azië en Oost-
en Midden-Europa, het zuidelijke deel van Scandinavië en in Wales en Schotland. In het zuiden van het areaal alleen in de bergen.
Silene viscaria
Viscaria vulgaris
Nederland: Niet ingeburgerd.
Vlaanderen: Niet ingeburgerd.
Wallonië: Zeer zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 26, Jan Kops, F.W. van Eeden en L.Vuyck (1924)
Flora regni borussici, deel 6, A.G. Dietrich (1838)
Unkrauttaflen - Weed plates - Planches des mauvaises herbes - Ugressplansjer, E. Korsmo (1934-1938)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 2, J.E. Sowerby (1864)
Plantarum minus cognitarum Centuria I-V, deel 5, J.C. Buxbaum (1728-1740)
Svensk botanik, deel 10, J.W. Palmstruch e.a. (1807-1838)
Bilder ur Nordens Flora, deel 2, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Muscupila flore albo - Muscupila flore rubro
Hortus Eystettensis, deel 2, Bessler, Basilius (1620)