|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Roggelelie - Lilium bulbiferum subsp. croceum
Frysk-Roggeleelje
English-Orange Lily en Fire Lily
Français-Lis orangé en Lis bulbifère
Deutsch-Feuerlilie en Wiesen-Feuer-Lilie
Synoniemen-Oranjelelie
Familie-Liliaceae (Leliefamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Lilium is mogelijk afgeleid van het Keltische li (wit), vanwege de witte kleur van Lilium candidum, volgens anderen komt het van het Griekse leiros (zacht of glad), vanwege de tere bloemen. Bulbiferum betekent bolletjes of knolletjes dragend en croceum saffraanachtig.
Ondersoorten-Er zijn twee Ondersoorten-Lilium bulbiferum subsp. croceum (Roggelelie) en Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum (Oranjelelie).
Bij Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum groeien broedbolletjes in de oksels van de bladen. Oranjelelie komt bij ons niet in het wild voor.
Oranjelelie
|
|
|
|
Wereld-Voornamelijk in Midden-Europa.
Nederland-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen en Wallonië-Niet in Vlaanderen en Wallonië.
Roggelelie
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Hoofdbloei-Juni en juli.
Afmeting-30-90 cm.
| |
|
|
Wortels-De bol is eivormig en wordt tot 5 cm breed, met ondergrondse broedbolletjes. De bol heeft vele witte, dakpansgewijs liggende en niet dicht aaneensluitende bolschubben.
|
|
|
|
Stengels-De groene, rechtopstaande stengels zijn fors en bebladerd.
|
|
|
|
Bladeren-De verspreidstaande bladen zijn heldergroen, langwerpig tot eirond en met drie tot zeven nerven. Ze hebben een behaarde rand. Er zitten vrijwel altijd geen broedbolletjes in de bladoksels.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De rechtopstaande bloemen staan met één tot vijf bij elkaar in een schermvormige tros aan de stengeltop. Ze zijn oranje tot oranjerood met donkere vlekjes, klokvormig en 8-10 cm. De bloemdekbladen zijn 4-6 cm lang. De helmknoppen zijn oranje tot roodbruin.
|
Vruchten en zaden-Een scherpkantige doosvrucht. Vruchten worden in onze omgeving echter maar zelden gevormd. Voortplanting gebeurt hier voornamelijk door bolletjes die onder de grond worden gevormd. Lilium bulbiferum subsp. bulbiferum heeft knolletjes (broedbolletjes) in de bladoksels. Eenzaadlobbig.
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of half beschaduwde plaatsen op matig vochtige, matig voedselarme tot voedselrijke, goed doorlatende, zwak zure, kalkarme, maar soms kalkhoudende grond (zand, löss en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen-Roggeakkers, akkerranden, open plekken in bossen, bosranden, struwelen, kreupelhout, ruigten, rivierduinen en rotsachtige berghellingen.
Verspreiding
Wereld-Een groot deel van Europa, hoofdzakelijk in gebergten, maar in het noorden van Duitsland en in het oosten van Nederland ook in de laagvlakte.
Nederland-Ingeburgerd in de 19de eeuw. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Verdwenen. In 1970 gevonden bij Turnhout.
Wallonië-Inheems? Zeer zeldzaam op de Sint Pietersberg (Lanaye).
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl