|
Wilde planten in Nederland en Belgiė |
|
Schorrenzoutgras - Triglochin maritima
Frysk-Seesāltgers
English-Sea Arrowgrass
Franēais-Troscart maritime
Deutsch-Stranddreizack
Synoniemen-Triglochin maritimum
Familie-Juncaginaceae (Zoutgrasfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Triglochin komt van het Griekse tria (drie) en glochis (spits of punt), de vrucht van is van onderen driekantig. Maritima betekent van de zee.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m augustus.
Afmeting-15-50 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een krachtige, korte, schuin-opstijgende wortelstok, die door witachtige scheden omhuld is. Er zijn geen uitlopers.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, tot 4 mm dikke stengels zijn kaal. De stengelvoet en de bladbundels staan vaak scheef af. De stengel is langer dan de bladen. De rechtopstaande bloemstelen zijn korter dan de vrucht. Schorrenzoutgras vormt pollen.
|
|
|
|
Bladeren-De lijnvormige, half cilindrisch-gootvormige, iets vlezige bladen zijn halfrond op doorsnede en worden tot 40 cm lang en 0,4 cm breed. Ze hebben een driehoekig tongetje van gemiddeld een ½ cm.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De kortgesteelde bloemen groeien in lange aren, meestal zonder topbloem. De bloemtrossen zijn vrij dicht en verlengen zich maar weinig na de bloei. De bloemen zijn geelgroen, aan de rand witachtig-vliezig, naar boven roodachtig en 3-4 mm. Er zijn zes stempels.
| |
|
|
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De zeshoekige vruchten zijn langwerpig-eivormig, 3-6 mm lang en 2-3 mm breed en onder de top samengesnoerd. Ze zitten niet tegen de as aangedrukt. Ze bevatten zes hokken en in alle hokken zitten zaden. Zespringen met zes kleppen open, die een afgeronde voet hebben. De vruchttros is verlengd met vele vruchtjes, die op uitgespreide rechtopstaande stelen staan, die korter zijn dan de vruchtjes. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen op natte, matig voedselrijke of voedselrijke, zilte (zelden niet zilte), slibrijke grond (zand en veen).
Groeiplaatsen-Kwelders (schorren), strandweiden, langs brak water, greppels en gegraven poeltjes, bij riviermondingen, strandvlakten met zoet kwelwater uit de duinen, duinvalleien, ingedijkte kwelders, brak grasland, plekjes met brakke kwel in grasland, soms in onbemest niet-zilt grasland nabij de kust en zelden in veengebieden op grote afstand van de kust.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk in koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond.
Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Walloniė-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl