|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Selderij - Apium graveolens
Frysk-Selderij
English-Celery
Français-Céleri
Deutsch-Sellerie
Synoniemen
Familie-Apiaceae (Schermbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Apium komt van apion, hetgeen weer is afgeleid van pioon (glanzig), vanwege de glans van de bovenkant van de bladen. Graveolens betekent sterk geurend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Tweejarig.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m november.
Afmeting-30-90 cm.
|
|
|
|
Wortels
|
|
|
|
Stengels-De massieve stengels zijn gegroefd en kaal.
|
|
|
|
Bladeren-De glanzende bladen zijn één- of tweevoudig geveerd met ruitvormige of langwerpige, gespleten en gekartelde of gezaagde deelblaadjes (de onderste bladen). De bovenste bladen zijn drietallig met wigvormige blaadjes.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien samen in schermen zonder of met een korte steel (korter dan de stralen) en met vier tot twaalf stralen. Meestal zit onder het scherm een klein drietallig blad zonder omwindsel (er zijn geen omwindselbladen en omwindselblaadjes). De kleine bloemen zijn groenachtig wit.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De eivormige splitvruchten zijn 1½ mm lang en hebben smalle, iets uitstekende ribben. De grootste breedte is ongeveer gelijk aan de hoogte. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen op vochtige of vaak natte, voedselrijke, enigszins zilte of brakke grond (het meest op zware gronden).
Groeiplaatsen-Moerassen op brakke grond, oevers van brakke sloten en rivieren, hoge oeverwallen, aanspoelselgordels, vloedmerken, strooiselruigten, groene stranden, hoge kwelders, brak weiland, soms in zilt grasland in het binnenland, enigszins ruderale plaatsen, aan de voet van dijken en aan de voet van duintjes.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit kustgebieden en binnenlandse zoutplekken in gematigde streken in Europa, Azië en Noord-Afrika.
Nederland- Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Toepassingen
Selderij wordt gekweekt om de bladeren, die als soepgroente en garnering worden gebruikt. Een forse cultuurvorm met vlezig opgezwollen bladstelen heet bleekselderij en wordt als rauwkost gegeten. Knolselderij is een andere cultuurvorm, waarvan de wortels opgezwollen en vergroeid zijn tot een raapvormige knol, die ook weer als groente in gebruik is.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl