Naamgeving (Etymologie): Eleocharis komt van het Griekse elos (moeras) en chairo (houden van). Uniglumis betekent met één kafje.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Helofyt of geofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus.
Afmeting: 10-60 cm.

© Niels Jeurink - verspreidingsatlas.nl
|

kuleuven-kulak.be
|

kuleuven-kulak.be
|

Daderot - CC0
|
Wortels: Een kruipende wortelstok met uitlopers.
Stengels: De rechtopstaande stengels zijn rolrond, een ½-1½ mm dik en zonder bladeren. Slanke waterbies vormt losse zoden.
Bladeren: De bladscheden zijn bruin of vaak glanzend paarsrood. De bovenste is ongeveer recht afgesneden.
Bloemen: Tweeslachtig. De aartjes vind je aan het eind van de stengels. Ze zijn 0,5-2 cm lang en bevatten vijf tot zeventig bloemen.
Aan de voet zie je twee bloemloze kelkkafjes, die elk het aartje halfomvattend.
Het onderste, onvruchtbare kafje omsluit de voet van de aar (vrijwel) helemaal en is meestal bruin van kleur. De bloemen bevatten twee stempels,
maar soms zijn het er drie.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaadjes zijn meestal tweezijdig afgeplat en 1-1,8 mm lang. Eenzaadlobbig.

researchgate.net
(A) Eleocharis palustris (B) Eleocharis uniglumis (C) Carex rostrata (D) Carex nigra (E) Scirpus lacustris (F ) Trichophorum caespitosum (G) Cyperus engelmannii (H) Eriophorum vaginatum (I) Cladium mariscus (J) Isolepis setaceus and (K) Kobresia myosuroides
|

dzn.eldoc.ub.rug.nl
|
 
|
|
Biotoop
Bodem: Zonnige, vaak iets open en verstoorde plaatsen op natte, zoete tot brakke, matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, al of niet humeuze grond en in ondiep, matig voedselrijk, zoet tot brak water (zand, leem, zavel, klei en laagveen, niet op hoogveen).
Groeiplaatsen: Zeeduinen (duinvalleien en duingrasland), grasland (zilt weiland), randen van schorren (kwelders),
waterkanten
en water (greppels, sloten, poelen, kreken, kolken, vijvers en beweide oevers van oude rivierarmen), afgravingen (zandgroeven, leemgroeven en kleigroeven), moerassen (rietland), polderboezems en dijken.
Verspreiding
Wereld: In alle werelddelen. Het meest in gematigde streken.

gbif.org
Nederland: Plaatselijk vrij algemeen op de Waddeneilanden en in noordelijk Noord-Holland en vrij zeldzaam in het westen en noorden van het land, in Zeeland en in de Hollandse duinen. Elders zeer zeldzaam.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: matig afgenomen. Algemeen. Oorspronkelijk inheems.

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij zeldzaam in het kustgebied en zeer zeldzaam in de Kempen. Rode lijst. Thans niet bedreigd.

Wallonië: Zeer zeldzaam in de zuidelijke Ardennen. Rode lijst. Ernstig bedreigd. Beschermd.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 16, Jan Kops en F.W. van Eeden (1881)
|

Flora Batava, deel 16, Jan Kops en F.W. van Eeden (1881)
|

Schlanke Simse
Deutschlands Flora in Abbildungen,
Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|
|