Naamgeving (Etymologie): Primula is de verkleiningsvorm van primus (eerste), hetgeen wijst op de vroege bloei van veel soorten. Elatior betekent hoger.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: Maart, april en mei, soms opnieuw in september en oktober.
Bladeren: De enigszins gekreukeld lijkende bladeren zijn wortelstandig. Ze zijn 10-20 cm lang, rondachtig tot eirond en plotseling in de gevleugelde steel versmald. Op de nerf aan de bladonderkant groeien vrij veel vrij lange afstaande haren. De bladrand is getand.
Bloemen: Tweeslachtig. De tien tot vijftien bloemen staan in groepjes bij elkaar in een naar één kant overhangend scherm op een lange steel. De vijftallige bloemen zijn vlak, lichtgeel, 1½-2½ cm en hebben een ring van donkerder vlekken aan de keel. De slanke, vijftandige kelk is buisvormig, wordt 0,8-1,3 cm lang en omsluit de kroon nauw met langwerpige, toegespitste tanden. De vijf meeldraden zijn met de vijf kroonbladen vergroeid. Het bovenstandig vruchtbeginsel kan een korte
of een lange stijl hebben, met één stempel.
Vruchten: Een doosvrucht. De top van de vrucht steekt buiten de kelk uit. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Licht beschaduwde of soms zonnige plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke, weinig of niet bemeste, vaak kalkhoudende, lemige grond (slibrijk zand, leem, löss en mergel).
Groeiplaatsen: Bossen (bronbossen in heuvelachtige streken en hellingbossen), hakhout, waterkanten (zandige afkalvende bosbeekoevers en langs sloten) en grasland (bergweiden en beekdalhooiland).
Verspreiding
Wereld: Hoofdzakelijk in Midden-Europa, met een geïsoleerd deelareaal in de Kaukasus.
Nederland: Vrij zeldzaam in het zuiden en oosten van het land. Elders zeer zeldzaam of ontbrekend.
Vlaanderen: Vrij algemeen.
Wallonië: Vrij zalgermeen. Het meest in Brabant, het Maasdistrict en Lotharingen.
Oude illustraties (Klik
op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 10, Jan Kops en Johannes Everhardus van der Trappen (1849)
Witte
Sluetelbloemen Cruijdeboek, deel 1, Rembert Dodoens. Gheslacht, onderscheet, fatsoen, naemen, cracht ende werckinghe (1554)
Deutschlands
Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Botanische Unterhaltungen zum Verständniß der heimathlichen Flora, B.A. Auerswald en E.A. Roßmäßler (1858)
Das Pflanzenreich, Hausschatz des Wissens, Ernst Gilg, Karl Schumann (1900)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Gulden
sleutelbloem x Slanke sleutelbloem
(Primula veris x Primula elatior)
Slanke sleutelbloem x Stengelloze sleutelbloem (Primula elatior x Primula vulgaris)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)