|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Slipbladkaardenbol - Dipsacus laciniatus
Frysk
English-Cut-leaved Teasel
Français-Cardère à feuilles laciniées
Deutsch-Schlitzblättrige Karde
Synoniemen
Familie-Caprifoliaceae (Kamperfoeliefamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Kaardebol komt van het Middeleeuwse gebruik wollenlaken te ruwen. Hiertoe werden een aantal van deze kaardebollen in een kruisvormige, houten houder bevestigd. Dipsacus komt van het Griekse dipsao (ik heb dorst), hetgeen slaat op het verzamelen van regenwater in de bekkens, die door de stengelbladen gevormd worden. Laciniatus betekent gelobd of diep ingesneden.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Tweejarig.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m september.
Afmeting- 1-3 meter.
|
|
|
|
Wortels-Een penwortel.
|
|
|
|
Stengels-Een gestekelde, rechtopstaande stengel.
|
|
|
|
Bladeren-De bladen zijn veerdelig tot veerspletig. De zittende stengelbladen zijn aan de voet breed vergroeid en vormen zo een soort waterbekkens.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemkroon is lichtroze tot wit. De 4-8 cm grote bloemhoofdjes zijn meer hoog dan breed. De stekende, lijnvormige omwindselbladen zijn veel langer dan de stroschubben. Ze zijn boogvormig naar boven gekromd, waarbij de langste minstens even lang is als het hoofdje.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De plant produceert veel zaad. Het zaad blijft meerdere jaren kiemkrachtig. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, warme plaatsen op voedselrijke, matig stikstofrijke, vochtige, zwak basische tot basenrijke, kalkhoudende en vaak verstoorde grond.
Groeiplaatsen-Ruigten, bosranden, langs struwelen, bermen, bloemperken en ruderale plaatsen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Azië.
Nederland-Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 2001.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl