|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Smalle waterpest - Elodea nuttallii
Frysk-Smel wetterflok
English-Nuttall's Water-weed
Français-Elodée à feuilles étroites
Deutsch-Nutalls Wasserpest
Synoniemen
Familie-Hydrocharitaceae (Waterkaardefamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Waterpest kan zich explosief uitbreiden en zorgde vroeger voor verstopte waterwegen, vandaar de naam waterpest. Elodea komt van het Griekse helodes (moerassig).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hydrofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m augustus.
Afmeting-50-300 cm.
|
|
|
|
Wortels-Wortelend in de bodem onder water. Een afgebroken stengeldeel met een vertakking kan wortel schieten en zo voor verspreiding zorgen.
|
|
|
|
Stengels-De lichtgroene, vertakte stengels zijn tengerder dan die van Brede waterpest. Ze groeien zowel in verticale als in horizontale richting. Ze overwinteren met op de bodem kruipende, bebladerde Stengels-Vaak vormen ze massavegetaties.
|
|
|
|
Bladeren-De spitse, lijn-lancetvormige bladeren vormen steeds kransen van drie of vier. De onderste staan echter tegenoverelkaar. Ze zijn maximaal 2 mm breed en 2½ cm lang. Een deel van de bladeren is achterovergekromd. De zijranden zijn vaak iets naar beneden gebogen. Aan elke kant zitten 27 tot 29 zeer kleine, moeilijk zichtbare tandjes. Als de bladeren uit het water worden gehaald vallen ze samen als een penseel.
|
|
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Tweehuizig. De vrouwelijke bloemen zijn wit en 2-3½ mm. Ze hebben een tot 10 cm lange kelkbuis, groeiend vanuit een bloeischede in een bladoksel en die net boven water uitsteekt. Er zijn drie kroonbladen en drie kelkbladen. Mannelijke planten komen bij ons niet voor. De mannelijke bloemen laten al in knop los, stijgen naar het wateroppervlak en gaan daar open, waarna ze vrij zwemmend voor bestuiving zorgen.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een bes. Tweezaadlobbig. In onze omgeving onstaan echter geen vruchten. Verspreiding gebeurt alleen door afgebroken, wortelende stengeldelen.
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen in ondiep, stilstaand of stromend, voedselrijk, zwak zuur tot kalkrijk, bij voorkeur hard, soms vervuild, zoet, soms zwak brak water (alle grondsoorten, organisch of mineraal).
Groeiplaatsen-Sloten, kanalen, vaarten, plassen, afwateringskanaaltjes en aan de randen van groter water.
Verspreiding
Wereld- Oorspronkelijk uit Noord-Amerika.
Nederland-Ingeburgerd tussen 1925 en 1949. Algemeen. Voor het eerst gevonden in 1941.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Voor het eerst gevonden in 1939.
Wallonië-Ingeburgerd. Vrij zeldzaam.
Opmerkingen
Vermoedelijk is Smalle waterpest in Europa terechtgekomen als een weggeworpen aquariumplant. In Europa zijn vrijwel alleen vrouwelijke planten ingeburgerd (behalve op één plek in Oost-Europa). In Japan komen alleen mannelijke planten voor.
©2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl