Wilde planten in Nederland en België

Smal vlieszaad - Corispermum pallasii

Frysk-Smel Fluessied

English Pallas Bugseed

Français-Corisperme à fruit ailé

Deutsch-Schmalflügeliger Wanzensame

Synoniemen-Corispermum intermedium, Corispermum leptopterum

Familie-Amaranthaceae (Amarantenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Corispermum komt van het Griekse coris (weegluis) en sperma (zaad), naar de overeenkomst in vorm van de vrucht met een weegluis. Intermedium betekent middelste.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Juli en augustus.

Afmeting-10-60 cm.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Wortels


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


boldsystems.org - cc by-nc-sa-3.0

Stengels-De breed vertakte stengels zijn eerst dofgroen, maar later zijn ze vaak rood aangelopen. Vaak zijn de planten enigszins wollig behaard.


kuleuven-kulak.be/bioweb


Hans Toetenel - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl

Bladeren-De smal lijnvormige bladen zijn vlak, niet vlezig, hebben een gave rand en aan de top een zachte stekelpunt. Ze zijn min of meer bruin-wollig behaard.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Willemien Troelstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


© Bert Verbuggen - verspreidingsatlas.nl

Bloemen-Tweeslachtig. De vlakke schutblaen zijn toegespitst. De groenige bloemen vormen lange aren in de bladoksels. Ze hebben twee stijlen en geen bloemdek of met één tot drie doorzichtige schubben.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De kale vruchten zijn eirond en meestal 3,5-4 mm lang en 2,5-3 mm breed (hoogstens zo breed als de scutbladen). Vruchten met een vrij smalle, 0,2-0,4 (-0,5) mm brede vliezige, gave of weinig getande (vleugel)rand, die aan de top niet is ingesneden (hoogstens tot een kwart zo breed als het zaad). De schutbladen zijn vlak, toegespitst en bedekken de zaden bijna helemaal. De zijnerven in de vruchtwand buigen bovenaan naar de twee stijlen af. De dode planten breken af aan de wortelhals en worden door de wind over het zand gerold, waarbij ze onderweg hun zaden verliezen (stepperoller). Tweezaadlobbig.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Willemien Troelstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegeaties) op droge, vrij voedselarme, stikstofhoudende, kalkrijke grond (vrij grof of sterk waterdoorlatend zand, vaak gemengd met grind of schelpgruis en gruisachtige grond).

Groeiplaatsen-Opgespoten grond, spoorbermen, spoorwegterreinen, rivierstrandjes, kale zandvlakten op industrieterreinen, haventerreinen, verstoorde plakken in de duinen, kalkrijke ruigten, omgewerkte plaatsen in bermen en zandgroeven.

Verspreiding

Wereld-Het westelijke Middellandse-Zeegebied, Midden-Europa, langs de West-Europese kust en Siberië.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1900 en 1924. Vrij zeldzaam.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij zeldzaam.

Wallonië-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl