Naamgeving (Etymologie): De bloem lijkt op een spin. Ophrys komt van het Griekse ophrys (wenkbrauw), hetgeen waarschijnlijk slaat op de stijve beharing op de bloemlip. Sphegodes betekent op een wesp gelijkend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien met twee tot tien bij elkaar in een losse aar. De buitenste bloemdekbladen zijn groen. De bloemlip is eirond, 1 tot 1,2 cm. De lip is bruin met een geelachtige tot blauwachtige X- of H-vormige tekening. Meestal zijn ze niet gelobd. Aan de voet zitten twee zeer kleine glanzende uitsteeksels. Aan de top zit geen aanhangsel of een naar voren of naar beneden gericht aanhangseltje. De binnenste bloemdekbladen zijn meestal groenachtig en
kaal of zeer zelden behaard.
Bodem: Zonnige, soms half beschaduwde plaatsen op matig droge, voedselarme, basische, kalkrijke grond (mergel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Grasland (kort blijvend kalkgrasland, schraal grasland en weiland), bermen, rotsachtige plaatsen, wijngaarden en hellingen.
Verspreiding
Wereld: Zuidwest-Azië, Noord-Afrika en West-, Zuid- en Midden-Europa. Noordelijk tot in België en Groot-Brittannië.
Nederland: In 1970 gevonden in Zuid-Limburg. Niet ingeburgerd.
Vlaanderen: Zeer zeldzaam in de duinen. Nog maar één groeiplaats. Op de Sint-Pietersberg voor het laatst gevonden in 1869 en in de duinen tussen Heist en Blankenberge in 1926.
Wallonië: Zeer zeldzaam. Nog maar één groeiplaats.
Oude illustraties
(Klik op een afbeelding om te vergroten).
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)