|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Stijf havikskruid - Hieracium sectie Tridentata
Frysk-Steil haukkrûd
English-Smooth Hawkweed
Français-Epernère lisse
Deutsch-Glattes Habichtskraut
Synoniemen-Hieracium laevigatum, Hieracium tridentatum, Hieracium rigidum
Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Hieracium komt van het Griekse hierax (havik). De Oude Grieken meenden, dat de havik van deze planten gebruik maakte, om zijn gezichtsvermogen te versterken. Laevigatum betekent glad (alsof het gepolijst is).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m november.
Afmeting-15-120 cm.
| |
|
|
Wortels-Een penwortel. Geen uitlopers.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande stengels zijn in de bovenste helft of soms al vanaf de voet vertakt. Het aantal stengelbladen wisselt sterk. De bladen zitten in het midden van de stengel niet opvallend dicht bij elkaar. Met melksap.
|
|
|
Bladeren-Eerst wordt er een wortelrozet ontwikkelt. Soms zijn tijdens de bloei nog één of twee rozetbladen aanwezig. De verspreidstaande, behaarde (meestal vijf tot vijfendertig) stengelbladen zijn langwerpig, lancetvormig tot smal lancetvormig. In het midden of iets eronder zijn ze het breedst. Forse planten hebben vaak grof getande bladen, maar tengere planten vaak bladen met een gave rand. Meestal zijn de bladen naar de voet versmald, met een wigvormige voet (vrijwel) zittend, maar niet halfstengelomvattend. Ze staan op enige afstand van elkaar.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De gele bloemhoofdjes staan meestal in een tuilvormige bloeiwijze. Er zijn alleen lintbloemen. De omwindsels zonder of met weinig haren en/of klieren. De omwindselblaadjes staan niet af (ze liggen tegen de bloemhoofdjesbodem aan) en vaak heeft een aantal een toegespitste top. De stijlen zijn geel tot bruin. De bloemhoofdjesbodem is maar weinig behaard. De tanden rondom de putjes van de bloemhoofdjesbodem zijn niet haarachtig verlengd.
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De nootjes zijn langer dan 2,5 mm, met aan de top een onduidelijke ring. De pappusharen zijn glad of soms fijn getand. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure grond (zand, lemig zand, uitgeloogd leem, löss, zavel, veen en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen-Loofbossen, naaldbossen, langs bospaden, bosranden, bermen, langs holle wegen, langs zandwegen in heidegebieden, zandige kanaaldijken, spoorbermen, kademuren, schraal onbemest hooiland in heide- en veengebieden, oud trilveen en veenmosrietland.
Verspreiding
Wereld-Europa.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl