Naamgeving (Etymologie): Kamille is een verbastering van het Griekse chamaimelon, uit chamai (op de grond) en melon (appel). Waarschijnlijk is deze naam ontstaan omdat het op de grond groeiende plantje enigszins naar appels ruikt. Dit blijkt ook uit de Vlaamse naam Appellijn voor de Echte kamille. Anthemis is afgeleid van het Griekse anthemon (bloem), omdat de soorten vaak vele bloemen vormen. Cotula komt waarschijnlijk
van het Griekse cotyle (holte of beker).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Eenjarig.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen:
Therofyt.
Bloeimaanden: Juni, juli, augustus, september en oktober.
Bloemen: Polygaam. De bloemhoofdjes zijn 1,3-3 cm. De witte lintbloemen staan eerst wijd uit, maar zijn later teruggeslagen. Meestal zijn ze onvruchtbaar. De buisbloemen zijn geel. De stroschubben zijn groenachtig, lijnvormig tot priemvormigen geleidelijk toegespitst zonder een apart stekelpuntje. Ze verspreiden een sterke geur.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten zijn bijna rolrond en hebben in de lengterichting tien rijen wratachtige knobbeltjes. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, omgewerkte, meestal zwaardere grond (zeeklei, rivierklei en löss, zelden op zand of veen).
Groeiplaatsen: Akkers (graanakkers en akkerranden), moestuinen, omgewerkte grond, braakliggende grond, boerenerven, ruigten, dijken (verstoorde plekken), bermen (open plaatsen), industrieterreinen, haventerreinen, langs
spoorwegen (spoorwegterreinen), ruderale plaatsen en afgravingen.
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië en bijna heel Europa, behalve in het hoge noorden. Tegenwoordig ook in andere werelddelen, hoofdzakelijk in gematigde streken.
Nederland: Zeldzaam, o.a. in het Friese zeekleigebied. Zeer sterk afgenomen.
Vlaanderen: Zeldzaam. Het meest in de Leemstreek.
Wallonië: Zeldzaam.
Toepassingen
Stinkende kamille werd vroeger gebruikt als insektenwerend middel, onder meer bij imkers die hun handen ermee inwreven.
Het schijnt zelfs dat zij aan de rand van graanakkers werd gezaaid tegen muizen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822)
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche
en Latynsche beschryvingen. Deel 2 (1796)
Stinckende Camille
Cruijdeboek, deel 2, Rembert Dodoens. Bloemen, welrieckende cruyden, saden, ende dyer ghelijcken (1554)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)