Naamgeving (Etymologie): Potamogeton is afgeleid van het Griekse potamos (rivier) en geiton (buurman), m.a.w. een rivierbewoner. Obtusifolius betekent met stompe bladen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De ondergedoken bladeren lijken op gras. Ze zijn roodachtig of donkergroen, lijnvormig, 2-4 mm breed en met drie of soms vijf nerven. De bladtop is meestal afgerond en heeft een kort topspitsje. De meestal iets afstaande en elkaar overlappende steunblaadjes zijn tot de voet vrij en vliezig. De buitenste zijnerven zijn bij de top met de middennerf verbonden. De binnenste zijnerven zijn, als ze aanwezig zijn, ver onder de top met de buitenste verbonden. Soms drijven
de bovenste bladeren op het water.
Bloemen: Tweeslachtig. De aar is dichtbloemig en bevat meestal zes tot acht bloemen, maar soms ook meer. De aarsteel is 1-2 cm lang. De bloemen zijn groenig.
Bodem: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen in ondiep, matig voedselrijk, stilstaand tot langzaam stromend, zwak zuur tot neutraal, meestal kalkarm, zoet water met een minerale tot organische bodem (dikwijls met een tamelijk dikke laag vrij grof bezinksel en veen).
Groeiplaatsen: Water (beken, kleine rivieren, kanalen, vijvers, poelen, plassen, sloten, afgravingen, oude
rivierlopen,
laagveenplassen, grachten, ook in door bomen overschaduwde vijvers en brede sloten).
Verspreiding
Wereld: Europa, Noord-Amerika en op verspreide plaatsen in Siberië.
Nederland: Vrij zeldzaam. Afgenomen.
Vlaanderen: Zeldzaam in de Kempen. Elders zeer zeldzaam.
Wallonië: Misschien nog zeer zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 21, Jan Kops, F.W. van Eeden en L.Vuyck (1901)
Flora Danica Georg
Christian Oeder e.a. (1761-1888)