|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Strandduizendguldenkruid - Centaurium littorale
Frysk-Dúnsentaulis
English-Seaside Centaury
Français-Petite centaurée du littoral
Deutsch-Strandtausendgüldenkraut
Synoniemen-Erythraea littoralis, Centaurium vulgare
Familie-Gentianaceae (Gentiaanfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Centaurium is afkomstig van een Griekse sage. Volgens deze Griekse sage gebruikte de Centaur Chiron de plant als geneeskruid en heelde de wonden van Hercules. Later werd de naam veranderd in centum auri (100 goudstukken of 100 gulden als waardering van het kruid). In het Nederlands werd het getal met een 0 uitgebreid en werd zo 1000. Littorale betekent trand- of oeverbewonend.
Kruising-Strandduizendguldenkruid kan een bastaard vormen met Echt duizendguldenkruid (Centaurium x intermedium).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig, tweejarig of soms meerjarig.
Plantvorm-Therofyt, hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juli t/m september.
Afmeting-7-25 cm.
|
|
Wortels
|
|
Stengels-Eén of meer rechtopstaande of soms liggend-opstijgende en in een kring uitgespreide bloeiStengels-De stengel is vierkantig met vier smalle lijsten. De stengel vertakt zich in de bloeiwijze.
| |
|
|
Bladeren-De bladen vormen eerst een wortelrozet. De onderste bladen zijn hooguit 3-5 mm breed. De kruisgewijs tegenoverstaande stengelbladen zijn langwerpig tot lijnvormig (meer dan vijf keer zo lang als breed), met meestal één nerf of soms tot drie onduidelijke nerven.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemsteel is bezet met vele fijne knobbeltjes. De bloemen groeien in tamelijk dichtbloemige, iets schermvormige bloeiwijzen. Ze zijn roze, 1,1-1,4 cm en niet gesteeld. De kroonslippen zijn langer dan 0,5 cm. De kroonbuis is bij het opengaan van de bloemen even lang of korter dan de kelk. De zoom is iets verdiept. De kelkslippen zijn bezet met vele fijne knobbeltjes. De stijl is lang en dun en heeft een schijfvormige stempel. De stempellobben zijn halfrond tot vrijwel rond. Er zijn vijf meeldraden.
|
Vruchten en zaden-De doosvrucht is ongeveer even lang als de kelk. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op matig voedselarme, vochtige tot natte, kalkrijke, meestal enigszins zilte, meestal humusarme zandgrond.
Groeiplaatsen-Jonge duinvalleien, braakliggende duinakkertjes, groene stranden, soms binnendijks op zilte terreinen, opgespoten grond en in afgesloten zeegaten op droogvallende zandplaten.
Verspreiding
Wereld-Zoutgebieden in Oost- en Midden-Europa en West-Azië en kuststreken in West- en Noordoost-Europa.
Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
©2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl