Naamgeving (Etymologie): Dryopteris komt van het Griekse drys of dryos (eik) en pteris (varen), waarmee bedoeld wordt een varen die op een eik kan groeien. Expansa betekent uitgebreid. Stekelvaren dankt zijn naam aan het stekelpuntje op de top van het bladsegment.
Opmerking: Tere stekelvaren lijkt zeer sterk op Brede stekelvaren. De soort is vrijwel alleen d.m.v. microscopisch onderzoek te identificeren.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De vrij dikke,
zwartbruine bladsteel is dicht beschubd. De bleek- tot roodbruine schubben zijn groot en stevig en hebben een donkerbruine middenstreep en lichtere, doorschijnende randen. De steel is meestal iets korter dan de rest van het blad.
Bladeren: De donkergroene bladeren worden soms tot 1½ meter lang en vormen samen trechtervormige tot losse bundels. Bovenaan hangen ze iets over. Meestal zijn ze beklierd en driehoekig, afnemend twee tot vier keer geveerd. De deelblaadjes hebben een korte steel. Ze zijn smal driehoekig tot langwerpig en staan verder uit elkaar dan de blaadjes van Brede stekelvaren. Ze zijn relatief lang toegespitst en vaak iets sikkelvormig gebogen. Tanden met stekelpuntjes. In de winter sterven de bladeren af.
Bodem: Halfbeschaduwde tot beschaduwde plaatsen op vrij droge tot vochtige, voedselarme tot matig voedselrijke, stikstofrijke, zwak zure tot zure grond (zand, leem, veen en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Bossen (langs bosgreppels).
Verspreiding
Wereld: Gematigde en koudere streken op het noordelijk halfrond.
Nederland: Zeer zeldzaam. Slechts op een enkele plek met zekerheid gevonden.
Vlaanderen: Niet in Vlaanderen.
Wallonië: Zeer zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)