Trichomanes speciosum

Frysk

English Killarney Fern

Français Trichomanès remarquable

Deutsch Prächtiger Dünnfarn

Synoniemen Vandenboschia speciosa

Familie Hymenophyllaceae (Vliesvarenfamilie)

Naamgeving (Etymologie) Trichomanes betekent dun haar, naar de dunne stengel. Speciosum betekent opvallend of fraai.

Opmerkingen-Er is nog geen Nederlandse naam voor deze varen. Er zijn twee generaties van deze varensoort. De kleine, meerjarige gametofyt en de veel grotere en opvallende sporofyt. Beide kunnen naast elkaar voorkomen en zich onafhankelijk van elkaar voortplanten.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Overblijvend.

Plantvorm Hemikryptofyt.

Afmeting 8-40 cm.

Gametophyte. De gametofyt lijkt op een lichtgroen mos en bestaat uit filamenten (eiwitdraden) die zich met min of meer rechte hoeken vertakken en zich met kleurloze of lichtbruine wortelharen aan de rots vasthechten. De gametofyt vormt tot 1 cm dikke, dichte matten. De gametofyt plant zich, onafhankelijk van de sporofyt, voort door middel van korte filamenten die met een steeltje halverwege verbonden zijn met de rest van de plant.


Vera Svobodová


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Hugues Tinguy - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Yves Krippel - cc by-nc 4.0


waarnemingen.be - cc by-nd 4.0


waarnemingen.be - cc by-nc-nd 4.0

Sporophyte. De sporofyt is de volwassen vorm. Deze plant zich, behalve via sporen, ook voort door middel van zijn kruipende rizomen (wortelstokken).


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 3.0


Krzysztof Ziarnek - cc by-sa 3.0


Vera Svobodová


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr


Florent Beck - tela-botanica.org - cc by-sa-2.0 fr

Wortels Een slanke, kruipende, behaarde wortelstok.

Stengels De bladsteel is bijna net zo lang als de bladschijf.

Bladeren De slechts één cellaag dikke bladen worden tot 40 cm lang. Ze zijn dun, ovaal tot driehoekig en twee- tot drievoudig vertakt. Ze zijn bijna transparant en zonder huidmondjes. De deelblaadjes zijn ovaal tot ruitvormig. De onderste deelblaadjes zijn het grootst, veerdelig ingesneden en met één centrale nerf die duidelijk zichtbaar is.

Sporen De sporenhoopjes zitten op de tot buiten het blad verlengde nerven. Ze zijn zeer onopvallend, en dragen trompet- of buisvormige dekvliesjes waarbij de top een haarvormig uitgroeisel van het sporenhoopje vormt, dat als een borsteltje boven het dekvliesje uit steekt.

Biotoop

Bodem Beschaduwde en beschutte plaatsen op vochtige, rotsachtige plaatsen. De plant verdraagt vorst slecht. De gametofyt kan op meer donkere en drogere grond groeien dan de sporofyt.

Groeiplaatsen Vochtige beschaduwde rotsen, verticale of overhangende silicaatrijke rotsen, ravijnen, grotopeningen, nabij watervallen en op het metselwerk van oude bronnen.

Verspreiding

Wereld Voorkiemen (gametophyte) van deze soort komen voor tot in Midden-Europa, terwijl volledig ontwikkelde (bebladerde) sporofyten in West-Europa alleen voorkomen in gebieden met een oceanisch klmaat.

Nederland Niet in Nederland.

Vlaanderen Niet in Vlaanderen.
Wallonië Inheems. Zeer zeldzaam. In de Ardennen worden voorkiemen (gametophyte) van deze soort aangetroffen.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl