|
|
Wilde planten in Nederland en België |
|
|
Trosdravik en Grote trosdravik - Bromus racemosus |
Frysk-Strúskedrips en Losse hjouwerraai
English-Smooth Brome and Meadow Brome
Français-Brome à grappes et Brome variable
Deutsch-Traubige Trespe und Verwechselte Trespe
Synoniemen-Bromus commutatus, Velddravik
Familie-Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Bromus komt van het Griekse bromos (voedsel), omdat de planten door het vee worden gegegeten. Racemosus betekent met een tros of met trossen en commutatus betekent veranderd of verwisseld.
Ondersoorten-Er zijn in ons gebied twee ondersoorten-Trosdravik (Bromus racemosus subsp. racemosus) en Grote trosdravik (Bromus racemosus subsp. commutatus). Soms worden de ondersoorten ook wel opgevat als twee afzonderlijke soorten. Trosdravik (Bromus racemosus) en Grote trosdravik (Bromus commutatus).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Mei en juni.
Afmeting-30-90 cm.
Grote trosdravik
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wortels
Grote trosdravik
|
|
|
|
|
|
Trosdravik
|
|
|
|
|
|
Stengels-Rechtopstaande bloeistengels.
Grote trosdravik
|
|
|
|
|
|
Trosdravik
|
|
|
|
|
|
Bladeren-De bladscheden met verspreide, dikke, stijve haren.
Grote trosdravik-De bladen zijn 10-12 mm breed. Ze zijn kaal of verspreid behaard. De bladschede is alleen bij het tongetje op de rand behaard. Het tongetje (ligula) is ongeveer 1,5-2 mm breed.
Trosdravik-De lichtgroene bladen zijn 3-4 mm breed. De bladscheden zijn begroeid met vrijstaande, vrij stugge, afstaande haren.
Grote trosdravik
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De grasgroene of geelgroene, 3-10 cm lange bloeiwijze is tros- tot pluimvormig (na de bloei is de pluim vaak iets oranje van kleur). De takken ervan staan ook na de bloei meestal schuin rechtop. De aartjes zijn langwerpig tot lancetvormig. De palea's zijn iets korter dan de lemma's. De lemma's zijn bijna altijd kaal. De helmknoppen zijn 1-3 mm lang, minder dan half zo lang als het lemma.
Grote trosdravik-De zijtakken van de bloeiwijze hebben vaak meer dan één aartje. Tenminste enkele takken of aartjesstelen zijn langer dan 4 cm. De aartjes, zonder de naalden, zijn 1,8-2,8 cm lang. Het onderste kroonkafje (lemma) is 9-11 mm en het bovenste 6-8 mm. De zijranden van het onderste kroonkafje maken op of boven het midden een hoek en heeft een 5 mm lange kafnaald. De kafnaald van de onderste bloem is korter dan de kafnaald van de één na onderste bloem (bij subsp. racemosus zijn ze ongeveer even
lang). Palea duidelijk korter dan het lermma. De helmknoppen zijn 1-3 mm lang.
Trosdravik-De opgerichte pluimtakken bevatten meestal één aartje. De takken en aartjesstelen zijn korter dan 4 cm. De aartjes (zonder de naalden) zijn eivormig, kaal, 1,2-1,8 cm lang. Het onderste kelkkafje heeft drie of vijf nerven, het bovenste kan er vijf, zeven of negen hebben. Het lemma van de tweede bloem is 7-9 mm lang en kaal. Alle naalden zijn even lang. Palea ongeveer even lang als het lemma. De helmknoppen zijn 1,5-3 mm lang.
Grote trosdravik
|
|
|
|
|
|
Trosdravik
|
|
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. Eenzaadlobbig.
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen op vochtige of natte, matig voedselrijke of voedselrijke, vaak kalkhoudende grond. Ook in brak milieu (rivierklei, zeeklei, fijn slibrijk zand, kleiig veen en beekafzettingen).
Groeiplaatsen-Hooiland, hooiweiden, zilt grasland, uiterwaarden, bermen (ook op omgewerkte plaatsen), langs holle wegen, dijken, langs sloten en afgravingen langs rivieren, spoorwegterreinen en akkers.
Verspreiding
Wereld-Grote trosdravik-Oorspronkelijk uit Zuidwest-Azië, Noordwest-Afrika en Europa.
Trosdravik-Oorspronkelijk uit Midden-Europa.
Nederland-Grote trosdravik-Inheems. Zeldzaam.
Trosdravik. Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Grote trosdravik-Inheems. Zeer zeldzaam.
Trosdravik-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Grote trosdravik-Archeofyt. Zeldzaam.
Trosdravik-Inheems. Zeldzaam.
2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl