|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Veldzuring - Rumex acetosa
Frysk-Soere surk
English-Common Sorrel
Français-Grande Oseille
Deutsch-Sauerampfer
Synoniemen
Familie-Polygonaceae (Duizendknoopfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Zuring duidt op de zure smaak van de plant (door de aanwezigheid van oxaalzuur). Rumex is Latijn en betekent werpspies, hetgeen slaat op de bladvorm van een aantal soorten. Acetosa komt van het Latijnse acetum (azijn).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-April t/m juni.
Afmeting-50-100 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een penwortel.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, geribde stengels hebben een zure smaak.
|
|
|
|
Bladeren-Zwak giftig. De verspreidstaande, langwerpig-eironde bladen zijn pijlvormig, breder dan die van Geoorde zuring. Ze zijn hoogstens tot zes (twee tot zes) keer zo lang als breed en niet gekroesd, maar de bladrand is wel enigszins gegolfd. De naar beneden wijzende voet-slippen zijn soms in tweeën gespleten. De bladen zijn aangehecht met een tuitje. De bovenste bladen zijn stengelomvattend, maar de wortelbladen zijn lang gesteeld. Ze zijn vaak rood aangelopen.
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Tweehuizig. Vrouwelijke planten zijn veel forser dan mannelijke planten. De bloemen groeien in een losse, slanke pluim. De pluimtakken zie je meestal alleen of voor een deel met twee bij elkaar. Ze zijn meestal niet vertakt en vaak rood tot donkerrood aangelopen. De bloemen zijn meestal rood aangelopen, maar soms donkerrood of bijna witachtig-groen. De buitenste drie bloemdekbladen zijn in de vruchttijd teruggeslagen, de binnenste drie bloemdekbladen zijn 3-4 mm, rondachtig of meer breed dan lang, niet getand en met een rode of groene knobbel aan de voet. Vrouwelijke bloemen met een stijl met drie stempels. Mannelijke bloemen met zes hangende meeldraden.
|
|
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchtkleppen zijn 3½-5 mm lang. De glanzende, roodbruine zaden zijn 1,8-2,2 mm groot. Ze zijn kortlevend (1-5 jaar). Tweezaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op matig vochtige tot natte, matig voedselrijke, niet te zwaar bemeste, meestal zwak zure, grazige grond (vrijwel alle grondsoorten).
Groeiplaatsen-Weiland, hooiland, grasvelden, bermen, open plaatsen in loofbossen, langs bospaden, langs beken, rivieren, vijvers, kanalen en sloten, kiezelbanken aan de kust, rotsrichels, dijken en duinweiland.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit de koele en gematigde gebieden in Europa en Azië.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Algemeen.
Wallonië-Inheems. Algemeen.
Toepassingen
De stengel heeft een rabarberachtig zure smaak en is niet zo vezelig is als de stengels van andere zuringen. De stengels worden gebruikt in salades en zuringsoep en is rijk aan vitamine C. Het diende vroeger als voorjaarsrantsoen tegen scheurbuik. Ook werd het gebruikt tegen spijsverteringsstoornissen.
©2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl