Naamgeving (Etymologie): Chrysosplenium is afgeleid van het Griekse chrysos (goud) en splen (de milt) een verwijzing naar de kleur van de bloem en de veronderstelde medische kwaliteiten. Alternifolium betekent verschillend bladig geplaatst.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De kruipende stengels zijn
driekantig en zwak behaard. Ze wortelen op de knopen en kunnen zich vertakken. De hoofdstengels richten zich wat op met aan het einde een bloeiwijze.
Bladeren: De meeste bladeren zijn grondstandig en vormen samen een wortelrozet. Ze zijn hartvormig of niervormig, grof gekarteld, 2-5 cm breed en hebben een diep hartvormige voet en een lange steel. De hoogstens drie stengelbladen staan verspreid en zijn lang gesteeld. Op de knopen vormen zich nieuwe bladeren.
Bloemen: Tweeslachtig. De viertallige, geelachtige bloemen zijn 5-6 mm. Ze groeien met een klein aantal bij elkaar aan het eind van een hoofdstengel. Ze bevatten acht meeldraden en zijn omgeven door geelgroene schutbladen. Het vruchtbeginsel is halfonderstandig met een stijl en twee stempels.
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
Vruchten: Een doosvrucht. De gladde zaden zijn bruin. Ze liggen in een soort napje en door regendruppels schieten de zaden weg en worden zo verspreid. Tweezaadlobbig.
Bodem: Beschaduwde, koele plaatsen (plekken met een gelijkmatige temperatuur en een hoge luchtvochtigheid) op vochige tot natte, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot meestal licht kalkhoudende grond (zand en leem). De plekken kunnen regelmatig worden overstroomd met zuurstofrijk, matig voedselrijk water.
Groeiplaatsen: Bossen (natte loofbossen, bronbossen
en grienden), kwelplekken en waterkanten (zandige oevers van bosbeken, langs greppels met stromend water, beschutte plekken aan weidebeken).
Verspreiding
Wereld: Gematigde en koude streken op het noordelijk halfrond.
Nederland: Zeldzaam in Zuid-Limburg,
Twente en Noord-Drenthe en zeer zeldzaam in Gelderland, De Biesbosch en Noord-Brabant.
Vlaanderen: Zeldzaam Het meest in de Leemstreek.
Wallonië: Zeldzaam. Het meest in Brabant, in het Maasgebied en in de Ardennen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 15, Jan Kops en F.W. van Eeden (1877)
Deutschlands Flora
in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927)