|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Vertakte paardenstaart - Equisetum ramosissimum en Vertakt schaafstro - Equisetum x moorei
Frysk-Fertakke rûgebal
English-Branched Horsetail and Moore's Horsetail
Français-Prêle rameuse et Prêle de Moore
Deutsch-Ästiger Schachtelhalm und Moores Schachtelhalm
Synoniemen
Familie-Equisetaceae (Paardenstaartenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Equisetum komt van het Latijnse equus (paard) en setum (borstel of haren), omdat veel soorten op een paardenstaart lijken. Ramosissimum betekent sterk vertakt.
Kruising-Vertakt schaafstro is de bastaard van Schaafstro en Vertakte paardenstaart.
1 meter tot 1,20 meter. De tanden van de stengelscheden vallen minder snel af en de stengelschede sluit minder strak om de stengel. Oude stengelscheden hebben een smalle zwartachtige band aan de voet. De stengels zijn vaak vertakt.
Deze bastaard komt vooral voor op zandige dijken, in afgravingen, in de duinen en langs spoorwegen.
Deze Paardenstaart staat op zonnige, zelden iets beschaduwde, droge, zandige en grindige bodems. Het is een soort van milieus die aan erosie en instabiliteit onderhevig zijn en ze staat dan ook in tamelijk droge, pioniervegetaties, op hellingen en plaatsen waar grind gewonnen wordt. De plant wordt gevonden langs de grote rivieren en in de duinen, daarnaast langs spoorwegtrajecten in Holland, Utrecht en Gelderland. Het taxon wordt aangetroffen op plaatsen waar de arealen van de beide stamouders elkaar overlappen.
Ze is van Schaafstro te onderscheiden door haar steriliteit, de verminderde winterhardheid, de minder snel afvallende tanden en het feit dat de kiezelafzettingen op de ribben samenvloeien tot dwarsbandjes.
cc-by-sa 3.0 René van Moorsel, 2014.
|
|
|
|
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Geofyt.
Rijpe sporen-Mei t/m augustus.
Afmeting-30-70 cm.
| |
|
|
Wortels-Een wortelstok met harige scheden.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande of liggende stengels zijn mat, meestal vertakt, tot 4 mm dik, geelgroen tot grijsgroen en iets ruw. Ze sterven 's winters af. De stengelscheden zijn 0,6 tot 2 cm lang, naar boven trechtervormig verwijd, groen en soms met onduidelijke bruine dwarsbanden. Het eerste lid van de zijtakken is korter dan de daarbij horende stengelschede. De tanden van de schede zijn in het onderste deel smal driehoekig en groen, maar soms aan de voet bruin, in het bovenste deel zijn ze priemvormig en dunvliezig gekronkeld. Dit valt soms af, maar de rest van de scheden blijft lang getand. De centrale holte is de helft tot tweederde van de middellijn van de stengel.
| |
|
|
Bladeren-De groene of soms enigszins bruine bladkransen zijn klokvormig.
| |
|
|
Sporen-Een korte sporenaar met een vrij spitse top.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open, kalkrijke plaatsen op vrij droge tot vochtige, niet te voedselarme tot niet te voedselrijke, kalkrijke zandgrond.
Groeiplaatsen-Zandige plekken langs de rivieren, kalkrijke zomen, zanddijken en spoorwegterreinen.
Verspreiding
Wereld-Warme en gematigde streken Voornamelijk in Europa, Azië en Afrika.
Vertakt schaafstro-Voornamelijk in West- en Midden-Europa
Nederland-Inheems. Zeer zeldzaam.
Vertakt schaafstro-Niet ingeburgerd. Zeldzaam.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Vertakt schaafstro-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Niet in Wallonië.
Vertakt schaafstro-Niet inheems. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl