Naamgeving (Etymologie): Zegge stamt uit het Indogermaanse woord seq (snijden). Carex is zeer waarschijnlijk afgeleid van het latijnse ceiro (ik snij), een verwijzing naar de scherpe kanten van de bladeren. Digitata betekent gevingerd.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: April en mei.
Afmeting: 10-30 cm.

© Adrie van Heerden - verspreidingsatlas.nl
|

Daderot - CC0
|

Matti Virtala - CC0
|

Anneli Salo - CC
BY-SA 3.0
|
Wortels: Korte, krachtige wortelstokken.
Stengels: De bloeistengels zijn afgerond-driekantig. Aan de voet worden ze omhuld
door enkele ruime scheden. Vingerzegge vormt dichte polletjes.
Bladeren: In het centrum van de polletjes staan bladrozettjes. De bladeren zijn donkergroen, slap en 2-4 mm breed. De wortelstandige bladscheden zijn roodbruin en vezelig.
Bloemen: Eenslachtig. Eenhuizig.
De korte bloeiwijze bevat een ongeveer 1 cm
lange mannelijke aar en twee of drie langere, kort gesteelde, rechtopstaande, ijle en hoogstens tien bloemen bevattende vrouwelijke aren. Ze hebben drie stempels.
De mannelijke aar zit aan de stengeltop, maar is korter dan de bovenste vrouwelijke aar. De kafjes zijn paarsbruin met een brede, vliezig gerande, onregelmatig getande top. Ze zijn om het urntje gevouwen.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. De urntjes zijn 3-4 mm lang, driekantig-peervormig, behaard en lichtgroen, maar later worden ze bruinig. Ze hebben een zeer korte
snavel. De zaden zijn kortlevend (1-5 jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop
Bodem: Halfbeschaduwde tot matig beschaduwde plaatsen op matig droge tot matig vochtige, matig voedselarme, kalkrijke, stenige grond met maar een zeer dun laagje humus.
Groeiplaatsen: Bossen (langs paadjes, plekken waar zo nu en dan gekapt wordt, op kalkblokken die boven het humusdek uitsteken en steile erosiekantjes op kalkrotsen), bosranden, kapvlakten, afgravingen (oude
kalkgroeven) en grasland (zelden in kalkgrasland aan bosranden).
Verspreiding
Wereld: Zuidwest-Azië en Europa, behalve in het Middellandse-Zeegebied en in de meest westelijke en noordoostelijke delen. Zuidelijk tot in Noord-Spanje, Midden-Italië en de Balkan, oostelijk tot de Oeral en westelijk van de Pyreneeën over Noord-Engeland naar Noord-Noorwegen. In Oost-Azië komt een andere ondersoort voor.
 gbif.org
Nederland: Zeer zeldzaam in Zuid-Limburg.
Rode lijst 2012. Kwetsbaar. Trend sinds 1950: matig afgenomen. Zeer zeldzaam. Oorspronkelijk inheems.

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Zeer zeldzaam in de Leemstreek en op de Sint-Pietersberg. Rode lijst. Met verdwijning bedreigd.

Wallonië: Vrij zeldzaam in het Maasgebied, plaatselijk vrij algemeen ten zuiden van de lijn Samber-Maas (de zuidelijke Ardennen) en zeldzaam in de valleien van de Ardennen. Elders zeer zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 18, Jan Kops en F.W. van Eeden (1889)
|

Flora Batava, deel 18, Jan Kops en F.W. van Eeden (1889)
|
 Finger-Segge
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob
Sturm und Johann Georg Sturm
|
 Krallen-Segge
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob
Sturm und Johann Georg Sturm
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|
 
|
 
|
 
|
|