|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Watergras - Catabrosa aquatica
Frysk-Wettergers
English-Whorl-grass
Français-Catabrose aquatique
Deutsch-Quellgras
Synoniemen
Familie-Poaceae (Grassenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Catabrosa is afgeleid van het Grieks katabrosis (voer = een voergras). Aquatica betekent waterbewonend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt of helofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m november.
Afmeting-20-70 cm.
|
|
|
|
Wortels-De stengels wortelen op de knopen.
|
|
Stengels-De stengels zijn kaal, licht blauwgroen en vaak wat roodpaars aangelopen. Ze wortelen op de onderste knopen. De stengelbasis en de uitlopers kruipen in de modder of zweven in ondiep water.
| |
|
|
Bladeren-Watergras vormt in het water 'vlotten' met voor een deel drijvende en voor een deel boven water uitstekende bladen. De zachte, gladde bladen worden tot 1 cm breed. Ze zijn vrij slap, hebben een stompe top en een 'gootje' aan beide kanten van de middennerf. Voor ontplooiing zijn de bladeren langs de middennerf samengevouwen. De lengtenerven worden vaak door enkele dwarsnerfjes met elkaar verbonden. Het tongetje wordt tot meer dan ½ cm lang en heeft een afgeronde top.
| |
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De ijle bloeiwijze is pluimvormig en bevat veel bloemen. De grijzige takken staan naar alle kanten wijd uit. De pluim heeft een dikke hoofdas en is tussen de takkransen vaak iets buikig. De aartjes zijn 2½-4 mm lang en bevatten één of twee bloemen. De kelkkafjes zijn eirond, vliezig, niet of onduidelijk generfd en aan de top vaak gekarteld. Het bovenste is groter dan het onderste. Het lemma is vliezig aan de top, meestal paarsrood aangelopen en veel langer dan de kelkkafjes.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een graanvrucht. Eenzaadlobbig.
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen (pionier) op natte, voedselrijke, met name stikstofrijke grond en in ondiep, zoet, voedselrijk, vaak kalkhoudend water. Meestal op kwelplekken.
Groeiplaatsen-Open plekken in weiland naast toegangsdammen, vertrapte plekken in weiland, akkers, oevers van vaak vervuild water, langs veenweidesloten, afgravingen, duinplassen, ondiepe enigszins vervuilde beken en kanaaltjes, op balken en plantenresten in het water en klei- en baggerstortplaatsen.
Verspreiding
Wereld-Zuidwest- en Midden-Azië, nabij de kust in Noord-Afrik en in bijna heel Europa. In andere variëteiten ook in noordelijk Noord-Amerika.
Nederland-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl