|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Waterteunisbloem - Ludwigia grandiflora
Frysk-Wettertieneblom
English-Water Primrose
Français-Ludwigie à grandes fleurs
Deutsch-Großblütiges Heusenkraut
Synoniemen-Jussiaea grandiflora, Ludwigia uruguayensis, Ludwigia hexapetala
Familie-Onagraceae (Teunisbloemfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Ludwigia is genoemd door Linnaeus naar de Duitse botanicus Christian Gottlieb Ludwig (1709-1773). Grandiflora betekent met grote bloemen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Helofyt.
Hoofdbloei-Juni t/m september.
Afmeting-10-40 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een wortelstok. Wortels met een wit, zeer luchtig weefsel.
|
|
|
|
Stengels-De groene, drijvende stengels worden tot drie meter en groeien langs het wateroppervlak. Ze vormen wortels. De tot 40 cm lange zijscheuten groeien recht omhoog en dragen de bloemen. Delen van de stengels kunnen weer tot nieuwe planten uitgroeien. De planten kunnen grote oppervlakten bedekken. Opstijgende stengels kunnen roodachtig worden.
|
|
|
|
Bladeren-De bladen staan verspreid. Bladen van bloeiende takken zijn meestal lancetvormig, zittend en worden 6-12 cm lang. Ze hebben een gave, behaarde bladrand en lopen met een wigvormige voet af langs de steel. De zittende drijfbladen zijn meer eirond en lopen eveneens met een wigvormige voet langs de steel af. De steunblaadjes zijn driehoekig, spits, vrij plat en meestal korter dan 1 mm.
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze is lang behaard. De haren zijn 1-2 mm lang. De bloemen hebben vijf groene, priemvormige kelkbladen, die in de vruchttijd tot 1,8 cm lang worden en vijf of soms zes gele kroonbladen, die 1,2-2,5 cm lang zijn. Deze laatste vallen snel af. Elke bloem heeft tien meeldraden.
| |
|
Vruchten en zaden-Een langwerpige doosvrucht met vele zaden. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige plaatsen in en langs langzaam stromend en stilstaand, voedselrijk, helder water.
Groeiplaatsen-In en langs sloten, kanalen, meren, beken, rivieren, stadsgrachten, zandwinningsputten, kleigroeven en moerassen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Zuid-, Midden- en Noord-Amerika. In Europa voor het eerst gevonden in Zuid-Frankrijk (begin 19de eeuw).
Nederland-Ingeburgerd tussen 1975 en 1999. Vrij zeldzaam.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Zeldzaam. Voor het eerst gevonden in 1983.
Wallonië-Ingeburgerd. Zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl