Naamgeving (Etymologie): Oenanthe komt van het Griekse oinè (wijnstok) en anthè (bloem), omdat de geur van de bloemen met die van de bloemen van de druif overeenkomt. Aquatica betekent in het water levend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Tweejarig, driejarig of soms overblijvend.
Bladeren: De onderste bladeren zijn ondergedoken. Ze zijn drie- tot viervoudig geveerd met lijnvormige of draaddunne slippen. De andere, verspreidstaande bladeren zijn drievoudig geveerd met eironde (langwerpig-eironde), diep ingesneden, spitse deelblaadjes die 4-6 mm lang zijn. Deze bovenste bladeren hebben geen stengelomvattende bladschede.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemschermen zitten aan het eind van de stengels of tegenover de bladoksel. Ze bestaan uit vijf tot vijftien stralen. Ze zijn kort gesteeld en de steeltjes worden na de bloei niet dikker. De bloemen zijn wit of heel soms paars en worden 2 mm groot. De randbloemen zijn niet stralend (alle kroonbladen zijn vrijwel even groot, ongeveer 1 mm.). De vijf kelktanden zijn spits. Er zijn geen omwindselbladen, maar wel veel omwindselblaadjes. Elke bloem heeft
verder vijf kroonbladen, vijf meeldraden en een onderstandig vruchtbeginsel met twee stijlen.
Vruchten: Een tweedelige splitvrucht. De vruchten zijn langwerpig tot eivormig, 3½-4½ mm lang, vaak gebogen en met zeer brede, afgeronde ribben en zeer korte stijlen (tot 1 mm lang). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot half beschaduwde, open plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende grond en in matig voedselrijk, zoet of zeer zwak brak water, vaak met een dikke modderlaag (zand, leem, zavel, veen en klei).
Groeiplaatsen: Water en waterkanten (beken, regelmatig geschoonde sloten, verlandende sloten, pas gegraven greppels, plassen,
duinplassen,
afgesneden rivierarmen, poelen, vertrapte oevers en soms in heidevennen met binnendringende meststoffen), moerassen en bossen (moerasbossen).
Verspreiding
Wereld: Europa, behalve in de meest noordelijke en de zuidelijke delen. Oostelijk tot in Midden-Siberië. Ingeburgerd in Nieuw-Zeeland.
Nederland: Algemeen. Afgenomen.
Vlaanderen: Vrij algemeen. Het meest in de Polders en de Zand- en Zandleemstreek.
Wallonië: Zeer zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 2, Jan Kops (1807)
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche
en Latynsche beschryvingen. Deel 7 (1813)
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Bilder ur Nordens
Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)