Wilde planten in Nederland en België | |
Wigbladige cotoneaster - Cotoneaster salicifolius
Frysk:
English: Willow-leaved Cotoneaster
Français: Cotonéaster à feuilles de Saule
Deutsch: Weidenblatt-Zwergmispel
Synoniemen:
Familie: Rosaceae (Rozenfamilie)
Naamgeving (Etymologie): Cotoneaster komt van Cotoneum (de naam die Plinius gaf aan de kwee) en aster (een verbastering van ad instar), gebruikt om een gelijkenis aan te duiden (lijkt op een kwee). Salicifolius betekent " wilgachtige bladeren" , naar de langwerpige smalle bladeren die lijken op het blad van de wilg.
Een andere soort: Cotoneaster ambiguus. Deze soort heeft nog geen Nederlandse naam. Cotoneaster ambiguus is een grootbladige Cotoneaster en komt oorspronkelijk uit China. Ze lijkt in Europa een voorkeur te hebben voor standplaatsen in bossen. In Nederland is ze enkele jaren geleden voor het eerst waargenomen in de Noord-Oostpolder, in de struiklaag van een loofbos. De kans is groot dat de soort zich ook elders in Nederland zal vestigen en dat dit gevolgen zal hebben voor de
lokale biodiversiteit. In omringende landen gedraagt de soort zich op meerdere vindplaatsen invasief. C. ambiguus is een struik tot ruim 2 meter hoog en eironde bladen. De bloeiwijze heeft 5 tot 11 bloemen en de (zwart)paarse vrucht heeft 2 tot 3 zaden. Hiermee onderscheidt ze zich van de vergelijkbare grote rondbladige C. bullatus, C. boisianus en C. rehderi.
cc-by-sa 3.0 Leonie Tijsma, 2016
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Struik.
Winterknoppen: Fanerofyt.
Hoofdbloei: Juni.
Afmeting: 1-8 meter.
|
|
|
|
Takken: Cultivars worden in verschillende vormen geteeld, b.v. als bodembedekkers of struiken. Een grijsbruine schors. De takken zijn gebogen (hangend).
|
|
|
|
Bladeren: Groenblijvend (bij vriesweer kunnen ze rood verkleuren). De donkergroene, leerachtige, (eirond-)lancetvormige, verspreidstaande  bladen zijn 4-9 cm lang en 1-3 cm breed. De nerven zijn aan de bovenkant ingezonken. Aan de onderkant zijn ze kaal, maar vaak eerst vlokkig behaard.
|
|
|
|
Bloemen: Tweeslachtig. Een tuilachtige bloeiwijze met acht tot vijftig, witte, 5-6 mm grote bloemen. De meeldraden zijn paars.
|
|
|
|
Vruchten en zaden: Een rode steenvrucht met drie tot vijf " stenen" . Tweezaadlobbig.
|
|
|
Biotoop
Bodem: Zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op droge tot vochthoudende, vaak ook kalkhoudende  grond.
Groeiplaatsen: Bossen, bosranden, braakliggende grond, langs spoorwegen en heggen.
Verspreiding
Wereld: Uit het westen van China.
Cotoneaster ambiguus: Uit China
Nederland: Zeldzaam. Oorspronkelijk aangeplant. Verwilderd en lokaal inburgerend.
Cotoneaster ambiguus: Zeer zeldzaam. Ingeburgerd na 2000.
Cotoneaster ambiguus
Vlaanderen: Zeldzaam ingeburgerd.
Cotoneaster ambiguus: Zeer zeldzaam. Niet ingeburgerd.
Wallonië: Zeldzaam ingeburgerd.
Cotoneaster ambiguus: Niet in Wallonië.
2001-2022 K.M. Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl