Naamgeving (Etymologie): Pulsatilla komt uit het Latijn pulsare en betekent bewegen, kloppen of schudden, omdat de bloemen door de wind op en neer slaan. Ze bloeien in een tijd dat de wind ze veel door elkaar schudt. Vulgaris betekent gewoon.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De wortelrozetbladen zijn gesteeld en geveerd met dubbel veerdelige slippen en lijnvormige tot langwerpige slippen. De drie zittendes tengelbladen groeien in een krans. Ze zijn met hun bladscheden onderling vergroeid en diep gedeeld in lange, lijnvormige slippen.
Bloemen: Tweeslachtig. De alleenstaande, schuin omhoog staande of soms iets knikkende bloemen zijn paars, klokvormig en 5-8½ cm. Er zijn meestal zes dicht behaarde bloemdekbladen en talrijke stampers.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. Vruchten met een tot 5 cm lange, pluizig behaarde snavel. Samen vormen de dopvruchten een bolvormig wollig hoofdje. De zaden zijn kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen op droge, niet bemeste, vrij voedselarme, vaak kalkhoudende grond (zand en kalksteen).
Groeiplaatsen: Rivierduinen en grasland (onbemest kalkgrasland en kortblijvend en meestal begraasd grasland op hellingen).
Verspreiding
Wereld: Midden-Europa van Denemarken en
Zuid-Zweden tot in Zuid-Frankrijk. Ook in Engeland.
Nederland: Verdwenen. Vroeger langs de Oude IJssel en de Gelderse IJssel. Voor het laatst in het wild gevonden in 1968.
Vlaanderen: Niet in Vlaanderen.
Wallonië: Zeer zeldzaam in het zuiden.
Wetenswaardigheden
In Engeland heet de plant Pasqueflower, omdat de soort omstreeks pasen bloeit. In de Verenigde Staten wordt de plant Prairie-crocus genoemd. Uit de plant werd een groene kleurstof gewonnen
die werd gebruikt om paaseieren
mee te verven.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 11, Jan Kops en P. M. E. Gevers Deijnoot (1853)
Afbeeldingen der artseny-gewassen
met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen. Deel 1 (1796))
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Bilder ur Nordens
Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)