Naamgeving (Etymologie): Nasturtium is waarschijnlijk afgeleid van het Griekse anastrution (middel
tot oprichten, tot herstel), vanwege de prikkelende werking, die men aan sommige soorten toeschreef. Officinale betekent geneeskrachtig of uit de apotheken.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Helofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september en oktober.
Afmeting: 10-90 cm.

© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl
|

kuleuven-kulak.be
|

Andrey Zharkikh - CC BY 2.0
|

Olivier Pichard - CC
BY-SA 3.0
|
Wortels
Stengels: De wortelende stengels kruipen over de grond, zijn opstijgend of drijven soms op het waterr. Ze zijn hol,
kaal en vertakt.
Bladeren: De diepgroene bladeren zijn geveerd en glanzend De deelblaadjes zijn rondachtig tot elliptisch, meestal met een gave rand en een grote
eindlob. Ze hebben een scherpe smaak en blijven in de herfst groen.

© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl
|

kuleuven-kulak.be
|

kuleuven-kulak.be
|

Matt Lavin - CC BY-SA 2.0
|
Bloemen: Tweeslachtig. Samengetrokken trossen met witte, 4 tot 8 mm grote bloemen. De helmknoppen zijn geel.

kuleuven-kulak.be
|

kuleuven-kulak.be
|

kuleuven-kulak.be
|

Zeynel Cebeci - CC
BY-SA 3.0
|
Vruchten: Een doosvrucht. De 1,3 tot 2 mm lange hauwen zijn wat korter en dikker dan die van Slanke
waterkers. Kleppen met twee rijen zaden. Zaden met aan beide kanten ongeveer twintig tot vijftig putjes. De stelen zijn 0,8-1,2 cm. Tweezaadlobbig.

© Peter Meininger - verspreidingsatlas.nl
|

kuleuven-kulak.be
|

kuleuven-kulak.be
|

dzn.eldoc.ub.rug.nl
|
Biotoop
Bodem: Zonnige plaatsen in ondiep, helder, matig voedselrijk tot voedselrijk, kalkhoudend, soms stilstaand, maar meestal stromend tot snel stromend, zuurstofrijk, zoet of zwak brak water. Ook op natte bodems.
Groeiplaatsen: Water en waterkanten (beken, rivieren, kwelsloten en greppels), moerassen, bronnen, grasland (drassige weiland langs rivieren en kreken met getijdeninvloed
en uiterwaarden), grienden en zeeduinen (sloten aan de duinrand).
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd of warm klimaat.
 gbif.org
Nederland: Plaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg en in het zoetwatergetijdengebied. Elders vrij zeldzaam tot zeldzaam.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Vrij zeldzaam. Oorspronkelijk inheems.

verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij algemeen, maar zeldzaam in de Kempen. Rode lijst. Achteruitgaand.

Wallonië: Vrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
Toepassingen
Witte waterkers wordt veel gekweekt als rauwkost, met name in Engeland. De plant heeft een sterke radijssmaak en is rijk aan vitamine C. Vooral de bastaard van Wittte en Slanke waterkers komt voor het kweken in aanmerking. In het Engels wordt de naam 'Nasturtium' gebruikt voor de Oostindische kers (Tropaeolum majus). De bladeren van deze niet verwante plant smaken vrijwel net zo als die van Witte waterkers. De naam 'Oostindische
kers' onderstreept de overeenkomst in smaak (Oostindische kers is eigenlijk een kers-zonder-kers!).
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 10, Jan Kops en Johannes Everhardus van der Trappen (1849)
|
Flora Batava, deel 10, Jan Kops en Johannes Everhardus van der Trappen (1849)
|

Flora Batava,
Jan Kops, F. W. van Eeden, L. Vuyck. Deel 24 (1915)
|

Flora Batava,
Jan Kops, F. W. van Eeden, L. Vuyck. Deel 24 (1915)
|

Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen.
Deel 2 (1796)
|

Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen.
Deel 2 (1796)
|

Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
|

Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
|

Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
|
 
|
 
|
 
|
|