Naamgeving (Etymologie): Dovenetel heeft te maken met de bladen, die lijken op die van de brandnetel, maar zijn niet bezet met brandharen. Lamium is afgeleid van het Griekse woord lamos (muil of keelgat) en heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Album betekent wit.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur:
Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: April, mei, juni, juli, augustus en september.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien kransgewijs (een schijnkrans) aan de stengels. Ze zijn wit of heel zelden roze. Ze zijn 2-2½ cm lang. De kroonbuis is aan de voet gebogen (S-vormig) en heeft van binnen een scheve haarring. De bovenlip is sterk behaard. De onderlip heeft twee of drie kleine tanden en een honingmerk. De helmknoppen zijn zwart. Het stuifmeel is bleekgeel en de kelkis vaak paars gevlekt. Er zijn vier meeldraen waarvan er twee langer zijn dan de andere
twee.
Bodem: Zonnige tot vaak licht beschaduwde, vaak iets open plaatsen op vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak omgewerkte grond (allerlei grondsoorten).
Groeiplaatsen: Bermen (ruige plaatsen en langs paden), dijken, grasland (sterk bemest weiland), bossen, bosranden, heggen, struwelen (voedselrijke zomen), boomgaarden, langs muren, braakliggende grond, ruige plantsoenen
en ruderale plaatsen (o.a.
bij mesthopen).
Verspreiding
Wereld: Gematigde streken in Europa en Azië. Ingevoerd in Noord-Amerika.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Algemeen.
Toepassingen en wetenswaardigheden
Witte dovenetel werd gebruikt bij de behandeling van vrouwenziekten en diarree,
tegenwoordig als homeopathisch preparaat bij nierziekten. De dovenetel kan worden bereid als spinazie, maar veel Nederlandse en Vlaamse volksnamen wijzen op de vroegere gewoonte van kinderen om de honing uit de bloemen te zuigen. In Fryslân werd de plant ook wel Adam-en Eva genoemd: als je de bloem omkeert, dan lijken de twee lange meeldraden op twee personen
in
een bed. Van gedroogde bloemen van Witte dovenetel kan een medicinale thee worden getrokken.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 5, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1828)
Afbeeldingen der artseny-gewassen
met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen. Deel 1 (1796)
Doove Netelen
Cruijdeboek, deel 1, Rembert Dodoens. Gheslacht, onderscheet, fatsoen, naemen, cracht ende werckinghe (1554)
Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
(1796)
Flora Danica Georg
Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)
Botanische Unterhaltungen zum Verständniß der heimathlichen Flora, B.A. Auerswald en E.A. Roßmäßler (1858)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)