|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Witte els - Alnus incana
Frysk-Skiere els
English-Grey Alder
Français-Aulne blanc
Deutsch-Grau-Erle
Synoniemen-Grauwe els
Familie-Betulaceae (Berkenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Alnus stamt mogelijk van het Latijnse quod alatur amne. Ik word door de stroom verzorgd, m.a.w. een boom van waterrijke plaatsen. Een andere mogelijkheid is dat Alnus is afgeleid van het oud Keltische woord voor water alis. Incana betekent grijs.
Kruising-Witte els kan een bastaard vormen met Zwarte els (Alnus x pubescens).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Fanerofyt.
Hoofdbloei-Februari en maart.
Afmeting-Tot 24 meter.
| |
|
|
Wortels-Met veel wortelopslag.
Stam-De bast van de stam is glad en licht bruingrijs.
| |
|
|
Takken-Jonge takken en knoppen zijn viltig behaard, maar niet of nauwelijks kleverig.
|
|
Bladeren-De verspreidstaande, blauwgroenige bladeren zijn eirond tot langwerpig, iets langer dan breed, met de grootste breedte in of onder het midden, regelmatig dubbel gezaagd, met zeven tot twaalf paar zijnerven, afgerond tot enigszins hartvormig aan de voet, toegespitst aan de top en aan de onderkant kort lichtgrijs behaard. De beharing verdwijnt na verloop van tijd, maar blijft wel meestal aanwezig op de nerven. Aan de onderkant zijn de bladen blauwgroen.
Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De hangende mannelijk bloeiende katjes zijn 5-10 cm lang. De zijdelingse vrouwelijke katjes zijn nauwelijks gesteeld. Mannelijke bloemen met vier meeldraden en vrouwelijke bloemen met twee stijlen met rode stempels.
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchtkatjes zijn 1,1-1,7 cm. De elzenproppen staan met een aantal bij elkaar. Ze zijn nauwelijks gesteeld en iets langwerpiger dan die van Zwarte els. De zaden zijn duidelijk gevleugeld. Tweezaadlobbig.
| |
|
Biotoop
Bodem-Zonnige of licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vrij natte, matig voedselarme tot meestal matig voedselrijke, zwak zure tot meestal kalkhoudende grond.
Groeiplaatsen-Loofbossen, bosranden, heggen en langs beken en rivieren.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-, Oost- en Midden-Europa. Zuidelijker is deze boomsoort steeds meer beperkt tot gebergten. Elders komen andere ondersoorten voor.
Nederland-Ingeburgerd tussen 1900 en 1924. Vrij algemeen.
Vlaanderen-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Wallonië-Ingeburgerd. Vrij algemeen.
Toepassingen
Het hout is van mindere kwaliteit dan dat van Zwarte els. Witte els wordt vaak als windsingel aangeplant.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl