Naamgeving (Etymologie): Klaver komt mogelijk van een Indogermaanse grondvorm glei (smeren), naar het kleverige vocht van de bloemen. Honingklaver bevat veel nectar, vandaar de Nederlandse naam. Melilotus bestaat uit de Griekse woorden meli (honing) en lotus (klaver). Alba betekent wit.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De verspreidstaande, langwerpige bladeren zijn drietallig (het middelste deelblaadje is gesteeld) en scherp getand. De beide steunblaadjes zijn smal.
Bloemen: Tweeslachtig. IJle, lange bloemtrossen van 4-6 cm met veertig tot tachtig witte, 4-5 mm grote bloemen, aan het eind van de stengel en de vertakkingen. De vlag is duidelijk langer dan de zwaarden. Het vruchtbeginsel is kaal. De bloemen zijn niet of nauwelijks gesteeld (1-2 mm), een verschil met Citroengele honingklaver. De tien meeldraden zijn met elkaar vergroeid.
Vruchten: Een doosvrucht. De kale, 3-5 mm lange peulen zijn omgekeerd eivormig, kaal, dof donkerbruin, met drie tot zes dwarsrichels en een zeer korte snavel. Gewoonlijk bevatten ze maar één zaadje. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op vochtige tot droge, matig voedselrijke, omgewerkte, vaak kalkhoudende en stenige grond (stenige plaatsen, mergel, leem, rivierklei en zand).
Groeiplaatsen: Akkers (akkerranden), bermen, zandige dijken, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), industrieterreinen, haventerreinen, parkeerplaatsen, vluchtheuvels,
tussen straatstenen, plantsoenen, braakliggende grond, opgespoten grond, stortterreinen, ruigten (voedselrijke ruigten), ruderale plaatsen en afgravingen (wanden van mergel- en leemgroeven).
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Oost-Europa en Midden-Siberië. Nu in alle werelddelen, in gebieden met een gematigd klimaat.
Nederland: Algemeen, maar zeldzamer in het noordoosten. Het meest in stedelijke omgeving.
Vlaanderen: Algemeen. Het meest in het kustgebied.
Wallonië: Vrij algemeen.
Toepassingen
Witte honingklaver levert vezels, veevoer - zij het van geringe kwaliteit
- en honing. De plant maakt de bodem stikstofrijker.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 11, Jan Kops en P. M. E. Gevers Deijnoot (1853)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Bilder ur Nordens
Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)